De schade-expert vroeg daar expliciet naar. De verzekerde ontkende tot tweemaal toe. Maar dan blijkt uit de gegevens van de verzekeraar dat de tegenpartij en de claimende consument twee keer dezelfde scooters op hun naam hebben gehad. Bovendien klopt één adres op het schadeformulier niet: in werkelijkheid zijn verzekerde en tegenpartij overburen.
Overbuurman niet herkend
De Centraal Beheer-klant houdt echter voet bij stuk en stelt dat hij de twee scooters ooit aan de broer van de tegenpartij verkocht. Zijn jongere broertje had hij na het ongeval niet als zijn overbuurman herkend. Het was de bestuurder van de bestelbus die een ander aders opgaf.
Onlogische route gereden
Centraal Beheer sprak ook met de werkgever van de tegenpartij. Niet met de tegenpartij zelf, want die beweerde nog geld tegoed te hebben van zijn baas en tot dat er was hield hij zijn mond. De werkgever kon achterhalen dat zijn medewerker de dag voor het ongeval had gebeld of hij kon komen werken en in welke bus hij zijn koeriersdienst dan zou rijden. Dat was de oudste Mercedes Sprinter van het bedrijf.
Uit de gps-gegevens van het bedrijf blijkt dat de tegenpartij een onlogische route reed. Hij stond 19 minuten stil en reed daarna 17 minuten heen een weer in de omgeving waar de aanrijding plaatsvond.
Tegenpartij was bezig met telefoon
Als Centraal Beheer de verzekerde op de hoogte gesteld heeft van de bevindingen en dat de verzekeringen geroyeerd worden, volgt toch een reactie van de tegenpartij. Die stelt dat hij bezig was met zijn telefoon tijdens het ongeval. De batterij was leeg en daarom had hij geen navigatie. Dat verklaart waarom zijn route afweek en waarom hij de verzekerde in zijn Mercedes GLA over het hoofd had gezien.
Ongeluk is puur toeval
Dat ze elkaar niet kenden, was volgens de tegenpartij onjuist. “Het zou raar zijn dat ik ontken dat ik [verzekerde] niet ken terwijl wij naast elkaar gewoond hebben. Dat hij in dit geval ontkent daar zal hij zijn redenen voor hebben. Ik ontken dit niet! Wij kennen elkaar van vroeger, wij zijn naaste buren geweest. Dat wij een ongeluk hebben gehad met elkaar is pure toeval.” De reden dat hij een ander adres had opgegeven was omdat hij zijn broer, schoonzus en nicht (huisgenoten) niet met dergelijke zaken wilde belasten.
Ongeloofwaardig geheel
De geschillencommissie heeft alle zaken op een rij gezet en kiest de kant van Centraal Beheer. “De voornoemde omstandigheden in hun onderling verband en samenhang gezien leiden tot de conclusie dat de ware schadetoedracht van de aanrijding een heel andere is dan de consument heeft opgegeven, namelijk een opzetaanrijding, die niet onder de dekking van de autoverzekering valt.”
Er is volgens Kifid onvoldoende reden om de vermeldingsperiode van acht jaar in de frauderegisters te matigen. Het royement blijf staan en de verzekerde moet de ruim 5.000 euro aan onderzoekskosten terugbetalen aan de verzekeraar. De uitspraak is niet bindend.