Het stel kocht medio vorig jaar een woning voor 1.015.000 euro. De adviseur diende bij Argenta Spaarbank een aanvraag in voor een annuïtaire hypotheek van 912.700 euro. In het aanvraagformulier
staat dat de marktwaarde van de woning 1.015.000, bedraagt. De verhouding tussen de lening en de marktwaarde komt daarmee uit net onder de 90 procent.
Renteaanbod van 4,38 procent
De geldverstrekker deed daarop een renteaanbod van 4,38 procent, waarbij de lening in de risicocategorie 85%-90% LTV valt. De klanten ondertekenen het renteaanbod. Niet in de laatste plaats omdat ze zich geen zorgen hoefden te maken volgens de adviseur wanneer de taxatie van de woning lager zou uitvallen.
Taxatie valt lager uit
Dit is echter wel de praktijk. De marktwaarde van het huis is getaxeerd op exact 1 miljoen euro, waarmee een hogere risicoklasse van toepassing is en de te betalen rente op 4,44 procent uitkomt. Daardoor zou het stel meer eigen geld moeten inbrengen vanuit de onderneming van één van hen. De kredietaanbieder wees de aanvraag vervolgens af, omdat het bedrijf in gevaar zou kunnen komen.
Minder eigen geld inbrengen
De klanten kregen daarna het advies minder eigen geld in te brengen en na het passeren van de hypotheekakte alsnog een deel af te lossen om zo in een lagere risicoklasse te komen. De nieuwe hypotheekaanvraag voor een bedrag van 950.000 euro werd ingediend en goedgekeurd. Echter, is de rente wel hoger dan die uit het eerdere renteaanbod.
Extra rentekosten vergoeden
Het stel vindt dat de adviseur de extra rentekosten van ruim 5 mille moet vergoeden, alsook de advieskosten van 3.000 euro moet terugbetalen voor het broddelwerk dat ze heeft geleverd. De adviseur ging daar niet in mee, waarna de echtelieden naar de geschillencommissie van Kifid stapten. Vaststaat dat de adviseur niet bepaald een rekenwonder is. Er is een reeks foute berekeningen voorgehouden aan de klanten; dat erkent ze zelf ook.
Rentepercentage lag hoger
De klanten zijn in hun schadeberekening uitgegaan van een rentepercentage van 4,38. Echter, zou dit percentage nooit van toepassing zijn geweest. “De schade zou ook zijn ontstaan zonder de zorgplichtschending. Daaruit volgt dat er geen feitelijke causaliteit is”, aldus de commissie in een bindende uitspraak. Wel moet een deel van de advieskosten worden terugbetaald.
