En besluit je als klant dan uiteindelijk om toch niet met de hypotheekadviseur in zee te gaan? Dan betaal je – conform de overeenkomst – een annuleringsvergoeding. Zo luidt althans de lezing van de adviseur.
Lezingen lopen sterk uiteen
De man en vrouw klopten een half jaar geleden bij de hypotheekadviseur in Broek op Langedijk aan omdat ze erover na zaten te denken om hun hypotheek over te sluiten. Met de bestaande overwaarde konden ze dan een nieuwe auto kopen.
Een dag later vond er al een gratis oriënterend adviesgesprek plaats. Tijdens dit gesprek werd digitaal een document ondertekend en geparafeerd. Volgens de adviseur een overeenkomst van opdracht, in de ogen van de klanten een formulier om de hypotheekadviseur toegang te verlenen tot gegevens van de lopende hypotheek.
Annuleringsvergoeding conform overeenkomst
Tegelijkertijd had het stel ook een offertetraject lopen bij Rabobank: de partij die ze ook hun oorspronkelijke hypotheek verstrekte.
Hoewel er ook na het oriënterende gesprek nog contact is geweest met de hypotheekadviseur, onder meer over de inhoud van het verstrekte adviesrapport en de taxatiekosten, besloten de man en de vrouw uiteindelijk om niet met de adviseur in zee te gaan.
Ook compensatie voor ‘leed’
Die beweerde vervolgens dat er een overeenkomst tussen hen bestond en dat hem op grond daarvan een vergoeding van 50 procent van het totale honorarium à 1.950 euro toekwam. Uit coulance maakte hij hier vijfhonderd euro van.
De hypotheekbezitters betaalden dit, volgens hen omdat de adviseur met rechtszaken dreigde. Vervolgens stapten de consumenten naar de geschillencommissie van Kifid. Ze vorderen de eerder betaalde vijfhonderd euro terug, plus een vergoeding voor ‘toegebracht geestelijk leed’. De adviseur had namelijk al snel een incassobureau op hen afgestuurd, wat hen ‘veel slapeloze nachten’ opleverde en waardoor ze zich agressief en onheus bejegend voelden.
Overeenkomst sluiten niet de bedoeling
De consumenten waren zich er tijdens het adviesgesprek naar eigen zeggen totaal niet van bewust dat het document dat ze ondertekenden een overeenkomst van opdracht was. Dat stond op dat moment ook nog helemaal niet op de planning, betoogden ze tegenover de geschillencommissie. Ze hadden immers ook nog een offertetraject lopen bij Rabobank. Hier deden ze tijdens het gesprek ook niet geheimzinnig over, vertelden de hypotheekbezitters.
Dat ze uiteindelijk wel een dergelijk document ondertekenden, kwam omdat de adviseur hen misleidde. De handtekeningen en parafen zouden op ‘slinkse wijze’ door hem zijn verkregen. Door dus te doen alsof het een formulier was waarmee hij inzage kreeg in hun hypotheekgegevens.
'Pagina voor pagina doorgenomen'
De adviseur weerlegt de aantijgingen schriftelijk. Hij zou pagina voor pagina de overeenkomst van opdracht met de man en vrouw hebben doorgelopen. Zij parafeerden de pagina’s en zouden uiteindelijk ook het document hebben ondertekend, omschrijft hij. Ook stuurden ze hem na afloop diverse documenten toe om de oversluitaanvraag op te starten.
Dat er ook een offertetraject liep bij Rabobank was bekend bij de adviseur, maar volgens hem had het stel al tijdens het oriënterende adviesgesprek aangegeven met hem in zee te gaan als hij hetgeen besproken kon regelen.
Overeenkomst van opdracht niet bewezen
De geschillencommissie vindt uiteindelijk dat het stel voldoende tegenbewijs levert om te betwisten dat er een overeenkomst van opdracht bestond. Los van het feit dat de adviseur niet bij de zitting aanwezig was en daarmee niet in staat was om verdere bewijzen te weerleggen en beweringen tegen te spreken, klinkt het verhaal van de man en vrouw de geschillencommissie plausibel in de oren.
Zo liep er tegelijkertijd – en aanwijsbaar – een offertetraject bij Rabobank. Hetgeen ‘niet vreemd is nu Rabobank de geldverstrekker van de lopende hypothecaire geldlening was’. Logisch dat de klant pas in zee zou gaan als de adviseur een vergelijkbare offerte kon verzorgen; ten tijde van het oriënterende adviesgesprek was dat nog niet helder.
Verzwaarde motiveringsplicht
Maar ook rust er een verzwaarde motiveringsplicht op de adviseur als professionele dienstverlener. Behalve het ondertekende document is er niets waarmee hij zijn beweringen verder kon staven om te bekrachtigen dat er inderdaad een overeenkomst bestond. Notities van het adviesgesprek ontbraken bijvoorbeeld.
De adviseur dient daarom de ontvangen vijfhonderd euro terug te betalen.
‘Geen immateriële schadevergoeding’
De tegemoetkoming wegens toegebracht geestelijk leed, wat juridisch valt onder de noemer ‘immateriële schadevergoeding’, wijst de geschillencommissie af.
Ze begrijpen wel dat het stel behoorlijk wat stress ervoer als gevolg van het hele voorval, ‘maar niet in de mate dat dit een immateriële schadevergoeding rechtvaardigt, valt te lezen in de uitspraak.