Kifid: verhoging autopremie Promovendum was onredelijk

Kifid: verhoging autopremie Promovendum was onredelijk

Promovendum heeft de autopremies in 2024 ten onrechte verhoogd voor een man die twee voertuigen had verzekerd tegen 25% korting, oordeelt Kifid in een recente uitspraak. Het artikel in de polisvoorwaarden dat daarin voorziet, is onredelijk bezwarend voor de verzekerde.

Promovendum is het volmachtbedrijf van de Dordtse CAK Groep, die met Natioinal Acadamic ook een eigen verzekeraar in huis heeft. In juli 2022 weet het een man te verleiden om twee autoverzekeringen te sluiten met een mooie aanbieding: "We verlagen jouw autopremie met 25% wanneer je naar ons overstapt", zo valt te lezen op de website. In de polisvoorwaarden staat vermeld: "Wij mogen de premie of voorwaarden op ieder moment aanpassen. Bijvoorbeeld omdat we erg veel schades hebben. Wij leggen je uit waarom we de premie of voorwaarden aanpassen."

Premies rond de 60% hoger

De slechte resultaten op met name WA-verzekeringen hebben vorig jaar geleid tot premiestijgingen bij vrijwel alle aanbieders. Zo ook bij Promovendum: per 1 augustus 2024 gaat de premie voor beide auto’s omhoog, zo leest de verzekerde in een e-mail die in juni wordt verstuurd. "Door extreme weersomstandigheden, duurdere auto-onderdelen en stijgende kosten bij schadebedrijven is het herstellen van schade fors duurder geworden. Vrijwel alle autoverzekeraars hebben hierdoor de afgelopen jaren hun premies verhoogd. Ook uw autopremie wordt verhoogd.” De premie voor de eerste auto gaat van € 9,17 naar € 15,06 per maand, inclusief 70% no-claimkorting. Voor auto twee gaat de man, met 75% korting, geen € 10,58 maar € 16,56 per maand betalen.

De verzekerde is er niet blij mee en maakt bezwaar. Hij vindt gedeeltelijk gehoor bij Promovendum, die de premie bijstelt naar € 13,55 respectievelijk € 14,91 per maand. Dat is niet genoeg, vindt de man, die een klacht indient bij Kifid. Want de premiekorting waar Promovendum hem in 2022 mee lokte, is weer grotendeels tenietgedaan.

Geen voorbehoud gemaakt

Bij de geschillencommissie voert hij aan dat het artikel over premieverhogingen uit de voorwaarden onredelijk bezwarend is: een premiestijging is te allen tijde toegestaan, ook een maand nadat de verzekering is afgesloten. En er is geen onderbouwing gegeven voor de stijgende kosten die genoemd worden in de mail. Bij het aanbod om 25% korting te verlenen heeft Promovendum er bewust voor gekozen dat de premie niet de schadelast dekt. Er is toen geen enkel voorbehoud gemaakt, zo betoogt hij. Hij hoefde niet te verwachten dat de premieverlaging zo snel ongedaan zou worden gemaakt.

En-bloc niet zomaar toepassen

Hoewel de consument na een jaar de verzekering altijd kan opzeggen, gaat Kifid ervan uit dat de gemiddelde verzekerde zich in beginsel voor een langere periode wil verzekeren.
Het hanteren van zogeheten en-bloc-clausules waarmee verzekeraars de premie of de voorwaarden tussentijds in één keer voor een groep (soortgelijke) verzekeringen kunnen wijzigen – zoals hier het geval lijkt te zijn - is aan strenge voorwaarden gebonden. "Dit laatste geldt in het bijzonder als er sprake is van een korte looptijd van het contract zoals bijvoorbeeld de gebruikelijke 1-jaarscontracten bij consumentenverzekeringen nu een verzekeraar dan bij de ingang van de nieuwe termijn aangepaste contractsvoorwaarden en/of premie kan laten ingaan."

Subjectief en tussentijds

De algemene voorwaarden van Promovendum geven een (te) ruime bevoegdheid, vindt de geschillencommissie. "De premie kan worden verhoogd ‘als er voor ons een reden is’ (subjectief) en ‘op ieder moment’ (dus ook tussentijds). Het artikel geeft slechts één voorbeeld van redenen voor een premieverhoging (‘bijvoorbeeld omdat we erg veel schades hebben’), waarbij het kennelijk aan de gevolmachtigde zelf is (‘voor ons’) om te bepalen wanneer sprake is van ‘erg veel’." Het artikel houdt geen rekening met de mogelijkheid dat iemand juist een polis sluit na een aanbod om over te stappen voor een lagere premie. "Het enige controlemechanisme waarin het artikel voorziet, is dat de gevolmachtigde de premieverhoging toelicht en dat de verzekeringnemer de verzekering kan opzeggen." Er zijn in de voorwaarden geen grenzen aan de redenen die daarvoor mogen worden aangevoerd, aldus Kifid. "Het artikel dwingt de gevolmachtigde nauwelijks tot een objectieve onderbouwing van de noodzaak tot premieverhoging."

Oneerlijk beding

De commissie oordeelt dat het artikel een aanzienlijke verstoring van het evenwicht veroorzaakt tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen. "De consument kan niet, althans onvoldoende, aan de hand van duidelijke en begrijpelijke criteria eventuele verhogingen van de premie voorzien. Dat het artikel de verzekeringnemer de bevoegdheid verleent om de verzekering op te zeggen in geval van een premieverhoging, maakt het artikel niet (toch) evenwichtig." En dan is er sprake van een oneerlijk beding. Daarbij speelt ook mee dat de klant na opzegging geen verzekeringsdekking meer heeft, "zodat van de opzeggingsmogelijkheid niet of nauwelijks een verzachtende omstandigheid uitgaat".

De commissie neemt aan dat Promovendum heeft bedoeld om niet alleen de premie van de consument in deze procedure te verhogen, maar de premies van alle bij hem lopende autoverzekeringen. "Daarmee is eigenlijk een (soort) en-blocwijziging aan de orde." En daarvoor gelden dus strenge regels. "In deze procedure is niet gebleken dat het voortzetten van de verzekering niet van de gevolmachtigde kan worden gevergd, als hij de premieverhoging niet kan doorvoeren."

Dat het artikel een gebruikelijke bepaling is in verzekeringsovereenkomsten, heeft Promovendum niet onderbouwd, maar dat is een bijkomstigheid, aldus de geschillencommissie, want de consument zou de voorwaarde over de premieverhoging niet hebben aanvaard als daar afzonderlijk over was onderhandeld. Daarom wijst Kifid de vordering tot het ongedaan maken van de premieverhoging toe.

De uitspraak is niet-bindend en er kan geen beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep. De zaak kan nog wel voor de rechter worden gebracht.

AFM-boete

De CAK Groep liep in 2023 tegen een AFM-boete van € 2,5 miljoen aan, onder meer vanwege het verhullen van autopremieverhogingen tot 60%. Daarover is het laatste woord nog niet gezegd, want de rechtbank in Rotterdam oordeelde in februari dat de AFM het besluit, ook gebaseerd op mogelijk ontoelaatbare wijzigingen van de polisvoorwaarden en misleiding over de indexatie van inboedelpremies, niet genoeg heeft onderbouwd. Daar heeft de toezichthouder alsnog tien weken voor gekregen.

Opmerkelijk genoeg oordeelde Kifid vorig jaar nog dat Promovendum bij een klant per 1 februari 2024 een premieverhoging van 150% mocht doorvoeren op de autopolis. Die wijziging per contractvervaldatum was tijdig medegedeeld en voldoende gemotiveerd, zo was de overweging toen.

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.