Een verzekerde claimt bij DAS vergoeding van de kosten voor twee procedures: het ene geschil gaat over de voorgenomen verkoop van de woning op basis van een volmacht van de bank en het andere draait om om uitstel van een voorgenomen executieverkoop. De man wil met beide kortgedingprocedures dreigende verkoop van de woning voorkomen. DAS vindt dat beide procedures met elkaar samenhangen en dan volgt uit artikel 2 van de algemene polisvoorwaarden dat de verzekerde slechts eenmaal recht heeft op het kostenmaximum dat voor dat conflict geldt, in dit geval € 12.500.
De man vindt dat artikel onredelijk bezwarend en dus vernietigbaar. Bovendien vindt hij dat er sprake is van twee losse en verschillende procedures, want de situatie, grondslag en vordering in beide procedures zijn anders. Net als de geschillencommissie vindt de commissie van beroep dat de zogeheten serieschadeclausule in de algemene polisvoorwaarden een kernbeding is. "Het artikel beperkt de verplichting van de verzekeraar om de kosten voor rechtsbijstand te vergoeden. In lijn met de rechtspraak van het Europese Hof moet een kernbeding duidelijk en begrijpelijk zijn (transparantievereiste) en er moet evenwicht zijn tussen de rechten en plichten van de verzekeraar en de verzekeringnemer."
Geen twijfel over betekenis
De beroepscommissie vindt, anders dan de geschillencommissie, dat het artikel van DAS aan die vereisten voldoet: "In de voorwaarden staat onder het kopje ‘Vraagt u juridische hulp in meer conflicten?’ uitdrukkelijk vermeld dat wanneer meerdere conflicten gezien moeten worden als één conflict, de verzekeringnemer recht heeft op één keer het kostenmaximum." Over de betekenis daarvan bestaat geen twijfel, oordeelt de commissie. "De voorwaarde is duidelijk en begrijpelijk. Conflicten kunnen alleen als afzonderlijke conflicten worden gezien, als die conflicten niet dezelfde feiten als oorzaak hebben of niet op een andere manier met elkaar samenhangen." Daarom hoeft niet te worden beoordeeld of de voorwaarde ook een oneerlijk beding is, maar de commissie van beroep doet het toch: daarvan is hier geen sprake. "Het staat een verzekeraar vrij om in de polisvoorwaarden te omschrijven binnen welke grenzen de verzekering wel of geen dekking biedt. Dit leidt niet tot een verstoring van het evenwicht tussen rechten en plichten van de consument en de verzekeraar."
Wel samenhang
De twee procedures waarin de man vergoeding vroeg, hangen volgens de commissie samen. "Met het eerste kort geding wilde de consument de als gevolg van een betalingsachterstand dreigende verkoop van zijn woning voorkomen. Het tweede kort geding ging over dezelfde geldlening en was eveneens bedoeld om een dreigende verkoop van de woning te voorkomen. Deze dreiging was opnieuw ontstaan omdat de consument de afspraken, zoals gemaakt gedurende de zitting van het eerste kort geding, niet was nagekomen. Beide kort gedingen vonden plaats binnen anderhalf jaar. Nu er sprake is van twee samenhangende kortgedingprocedures die gezien worden als één conflict, geldt voor deze kort gedingen samen het kostenmaximum van 12.500 euro."
De uitspraak CvB 2021-0009 van de Commissie van Beroep is bindend en komt in de plaats van de eerdere einduitspraak van de geschillencommissie.