De klant had een doorlopende reis- en annuleringsverzekering bij Univé. Op 6 oktober 2017 boekte hij voor hemzelf en zijn partner een reis van 10 dagen naar een niet bekend gemaakte bestemming. Vertrek was gepland op 10 oktober. Twee dagen na het boeken kreeg de verzekerde last van griepverschijnselen. Op de dag van vertrek heeft hij de reis geannuleerd en contact opgenomen met Univé. Die heeft doorverwezen naar zijn huisarts om de claim te kunnen beoordelen.
Medisch adviseur
Op 11 oktober is de consument bij zijn huisarts geweest. Drie weken later heeft de medisch adviseur van Univé de gegevens van het bezoek opgevraagd. De huisarts was beknopt in het verslag. “Drie dagen geleden buikkrampen, maagkrampen en diarree. Geen braken. Inmiddels stuk minder, nog wat gevoelig in li-onderbuik. Veronderstelde gastro-intestinale infectie.” Het is op basis van dit rapport dat de medisch adviseur stelt dat er geen sprake is van ernstige ziekte zoals bedoeld volgens de polisvoorwaarden.
In de zaak die schriftelijk werd behandeld door het Kifid, gaf de consument aan dat hij op de reisdag niet in staat was om te reizen en dat hij juist om die reden een doorlopende annuleringsverzekering had. Univé verweerde zich slechts door te stellen dat de medisch adviseur moet bepalen of de ziekte voldoende ernstig is voor annulering.
De verzekeraar schreef daarover het volgende: “Er zal derhalve per schademelding door de medisch adviseur [...]worden beoordeeld of sprake is van een ernstige ziekte, waardoor de annulering medisch noodzakelijk is. In het onderhavige geval heeft de medisch adviseur [...] op basis van de informatie van de huisarts geen ernstige ziekte kunnen vaststellen.” In de polis van de verzekerde stond overigens geen specifieke definitie van ‘ernstige ziekte.’
Geen definitie
Ondanks dat er geen duidelijkheid gegeven werd over het begrip ‘ernstige ziekte’, vond de Geschillencommissie wel dat Univé gerechtigd was om de claim af te wijzen. “Het klachtenpatroon van Consument […] en de veronderstelde diagnose gastro-intestinale infectie kunnen naar het oordeel van de Commissie niet geduid worden als een ernstige ziekte, op basis waarvan annulering van de reis medisch gezien noodzakelijk was. Daarbij heeft de Commissie mede in aanmerking genomen dat Consument niet direct en uit eigen beweging een arts heeft geraadpleegd naar aanleiding van zijn klachten. Hoewel de Commissie begrijpt dat Consument in de gegeven omstandigheden liever niet wilde reizen, biedt de Verzekering geen dekking voor de kosten van annulering als geen sprake is van een ernstige ziekte, op basis waarvan annulering medisch gezien noodzakelijk is.”
De claim van de consument werd afgewezen. De uitspraak is niet bindend.