Scooterpolis op naam van moeder gezet: dochter met zwaar letsel niet verzekerd

Scooterpolis op naam van moeder gezet: dochter met zwaar letsel niet verzekerd

Een klant van een Utrechts advieskantoor wees in januari 2019 de offertes af voor een scooterverzekering voor zijn dochter (16): te duur. Bij Univé probeerde hij het zelf, maar daar werd zijn aanvraag niet geaccepteerd. In mei van dat jaar sluit hij via zijn tussenpersoon toch een scooterpolis, maar met zijn echtgenote als regelmatig bestuurder en geen dekking voor 25-minners. Het wordt een zaak voor Kifid als de jonge dochter bij een ongeval ernstig en langdurig letsel oploopt.

De klant gooit het bij de geschillencommissie op een overtreding van de zorgplicht. De adviseur had volgens hem moeten weten dat hij de scooter had aangeschaft als vervanging van de tweede gezinsauto, en dat zijn dochter ook incidenteel op de scooter zou rijden. Bovendien had hij dan graag een schadeverzekering opzittenden gewild in plaats van een ongevallenverzekering. Hij vordert tenminste 16.400 euro van de adviseur.

16-jarige duur verzekerd

Volgens de adviseur heeft de consument in januari twee offertes opgevraagd voor een allrisk scooterverzekering. Een met zijn vrouw als regelmatig bestuurder en een met zijn dochter. De offerte voor zijn dochter was drie keer zo hoog als die van zijn vrouw. De adviseur heeft hem daarna expliciet verteld dat de verzekering op naam van zijn vrouw geen dekking biedt voor bestuurders jonger dan 25 jaar, ook niet als die incidenteel op de scooter rijden.

Weigering verzwegen

Toen de consument in mei terugkwam bij zijn tussenpersoon, koos hij bewust voor een verzekering op naam van zijn echtgenote. Bovendien verzweeg hij bij de aanvraag dat hem eerder een verzekering was geweigerd door Univé. De cataloguswaarde van de scooter was te hoog en zijn dochter te jong. Alleen al daaruit blijkt volgens de adviseur dat de dochter de werkelijke regelmatig bestuurder was, en niet zijn vrouw.

Niet opnieuw adviseren

Kifid volgt de adviseur in het besluit. De tussenpersoon mocht erop vertrouwen dat de consument een bewuste keuze maakte toen hij de verzekering aanvroeg op naam van zijn vrouw. Enkele maanden daarvoor heeft hij uitdrukkelijk laten weten dat zijn minderjarige dochter buiten de dekking zou vallen. Opnieuw adviseren hoefde niet.

Hoewel de vraag of de ongevallenverzekering opzittenden geen schadeverzekering had moeten zijn niet meer relevant is, stelt de commissie nog wel dat het niet aannemelijk is gemaakt dat de klant ook daadwerkelijk voor die optie had gekozen. De zorgplicht is niet geschonden. De uitspraak is bindend.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.