Kapotte microscoop
De vrouw sluit op 6 december 2019 een aansprakelijkheidsverzekering van Nationale-Nederlanden bij ING af. Een kleine twee weken later meldt ze een schade. Haar zoon had op school een microscoop laten vallen en de schade zou neerkomen op bijna 300 euro. Een vergoeding werd echter geweigerd, omdat de vrouw volgens de verzekeraar zowel bij de aanvraag als bij de schadeclaim had gelogen. Een medewerker van de school had namelijk via de mail laten weten dat de schade op 4 december was ontstaan en de metadata van de bijgevoegde foto’s bevestigde dit.
Telefonisch contact en mailcorrespondentie
Toen de vrouw hier door de verzekeraar mee geconfronteerd werd, gaf ze aan dat haar zoon pas 18 december van de schade had gehoord en dat de daarom die datum had aangehouden. De verzekeraar ging dit checken bij de school, die zei de vrouw op 6 december telefonisch over de schade te hebben geïnformeerd. De vrouw sprak dit tegen en vanwege een gebrek aan bewijs, was het haar woord tegen dat van de school.
Naast de verklaring van de school, blijkt uit mailcorrespondentie dat de vrouw op 10 december 2019 aansprakelijk is gesteld en geïnformeerd is over de schade met een verwijzing naar het telefonisch contact van ‘enkele dagen geleden’. Op 17 en 18 december 2019 beantwoordt zij de mail, wat bewijst dat ze deze wel degelijk heeft ontvangen.
Belangen van de klant
De verzekeraar beëindigt de verzekering en registreert de gegevens van de klant voor 8 jaar in het IVR en voor 4 jaar in het EVR. Hoewel Kifid bevestigt dat de klant de verzekeraar heeft proberen te misleiden, worden de registratietermijnen verkort. ING heeft bij het bepalen van deze termijnen volgens de geschillencommissie onvoldoende rekening gehouden met de belangen van de klant.
Vanwege onder meer het relatief kleine schadebedrag en het effect van de registratie op de alleenstaande vrouw en haar gezin, worden beide registraties daarom teruggebracht naar twee jaar.