Een projectmanager sluit in 2009 via haar Apeldoornse adviseur een beroeps-AOV bij De Goudse. Om medische redenen betaalt ze een opslag van 50% op de premie. In 2016 wordt die verlaagd naar 25%. De eerstvolgende herbeoordeling zou na acht jaar plaatsvinden.
De vrouw vindt de premie te hoog en laat dat elk jaar weten aan haar tussenpersoon. Die biedt in 2014 aan om de polis om te zetten in een nettocontract, wat uiteindelijk in 2016 gebeurt.
Overstap
Met hulp van een andere adviseur zet de vrouw in 2018 haar verzekering om naar een andere AOV van De Goudse. Dat scheelt haar ruim € 2.400 premie per jaar en qua voorwaarden gaat ze erop vooruit. De eerste adviseur uit Apeldoorn verwijt ze dat deze overzetting in 2016 al mogelijk was. Ze vindt dat hij niet heeft opgetreden als een redelijk handelend en bekwaam tussenpersoon door na te laten navraag te doen naar de mogelijkheden van deze Ondernemers AOV.
Niet vergelijkbaar
De adviseur verweert zich door te wijzen op de verschillen tussen beide AOV’s. De eerste was een schadeverzekering, de nieuwe in 2012 gelanceerde Ondernemers AOV een sommenverzekering. Bovendien ontbreekt in de tweede verzekering een aantal dekkingen die de eerste wel biedt. “De twee verzekeringen zijn dus niet goed vergelijkbaar”, aldus de adviseur. Hij stelt bovendien dat het in 2016 getekende beheercontract niet voorziet in een driejaarlijkse toets op basis van het actuele marktaanbod.
Navraag
De Geschillencommissie geeft de vrouw gelijk. “In aanmerking genomen de wens van Consument om minder premie te gaan betalen – zij heeft dit jaarlijks bij Adviseur aangegeven – had het in dit specifieke geval in de rede gelegen dat Adviseur in zijn hoedanigheid van tussenpersoon Consument over dit nieuwe product zou hebben geïnformeerd en dat hij bij Verzekeraar zou hebben nagevraagd of Consument in aanmerking zou kunnen komen voor deze nieuwe verzekering, ook al was er in 2012 nog geen beheercontract en maakt deze vorm van dienstverlening geen onderdeel uit van het in 2016 getekende beheercontract. Eén telefoontje was genoeg geweest.”
De vrouw stelt dat De Goudse heeft aangegeven dat overstappen in 2016 al mogelijk was. Dat er andere dekkingen waren, pakt in haar situatie alleen maar volledig uit. Kifid oordeelt daarom dat de adviseur tekort is geschoten door niet periodiek de passendheid van het product te toetsen en haar te wijzen op de mogelijkheid de Ondernemers AOV te sluiten.
22 maanden premie
De schade raamt de Geschillencommissie op 22 maanden premieverschil tussen juli 2016 (ingangsdatum beheercontract) en mei 2018 (ingang Ondernemers AOV). Dat komt neer op € 4.415. Voor het verschil in beheerkosten tussen de oude en nieuwe adviseur kent de commissie geen schadebedrag toe. De vrouw is akkoord gegaan met de in rekening gebrachte kosten voor dit contract. De uitspraak is bindend.