Hypotheekadviseur schendt zorgplicht en moet 156.000 euro vergoeden

Hypotheekadviseur schendt zorgplicht en moet 156.000 euro vergoeden

Een overlijdensrisicoverzekering blijkt voor een ongehuwd stel dat een woning koopt aanvankelijk niet nodig, maar de tijden veranderen. Flinke schade ontstaat uiteindelijk door restschuld. De hypotheekadviseur had de verzekering moeten adviseren, zo oordeelt de geschillencommissie van Kifid. Het komt hem duur te staan: hij moet 156.000 euro vergoeden.

In het najaar van 2016 wil een ongetrouwde man een woning kopen. Daartoe heeft hij een adviesgesprek bij een hypotheekadviseur in Alkmaar. Hij wil weten of een overlijdensrisicoverzekering nodig is, om een restschuld te voorkomen wanneer hij eventueel een partner krijgt. De adviseur vindt van niet. Het risico op een restschuld zou bij onverhoopt overlijden zeer gering zijn. Niet alleen bracht de man zelf een vermogen in van 116.000 euro, zijn erfgenamen konden de woning ook verkopen om de restschuld af te lossen.

Geen waarschuwing van adviseur

Maar dan, in juni 2020, de man is inmiddels getrouwd, volgt opnieuw een adviesgesprek. Het stel heeft een ander huis op het oog. De hypotheekadviseur vindt het echter niet nodig om te waarschuwen voor de eventuele gevolgen wanneer geen overlijdensrisicoverzekering wordt afgesloten.

Het gevreesde risico voltrekt zich. De man overlijdt anderhalf jaar later aan de gevolgen van darmkanker. Gezien het ontbreken van de verzekering leidt het tot een schadepost door restschuld van 158.000 euro. In tegenstelling tot de hypotheekadviseur, vindt de achtergebleven vrouw dat hij sinds het huwelijk in 2019, waarvan hij kon weten, een overlijdensrisicoverzekering had moeten adviseren en hij dus zijn zorgplicht heeft geschonden.

Altijd waken voor belangen consument

De geschillencommissie van Kifid stelt de vrouw in het gelijk. In het algemeen heeft de adviseur de wettelijke taak om de belangen van zijn cliënten in de gaten te houden. Hij moet uit eigen beweging waarschuwen wanneer wijzigende omstandigheden gevolgen kunnen hebben voor de verzekeringen. Dit had hij meten doen tijdens het adviesgesprek in 2020.

De commissie ging niet mee in het verweer van de hypotheekadviseur, dat een overlijdensrisicoverzekering in 2020 toch al niet meer af te sluiten was, gezien de ziekte waar de man toen al aan leed. In 2021 is darmkanker bij de man geconstateerd; eerder leed hij alleen aan de ziekte van Crohn, ook een darmaandoening. De vrouw was het dan ook niet eens met de stelling van de adviseur, die de zorgplicht heeft geschonden. De commissie wees de vordering toe toe tot het bedrag van 156.000 euro.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.