Dit blijkt uit een recente uitspraak van de geschillencommissie van Kifid.
De man en vrouw in kwestie namen medio december 2021 contact op met de – bevriende – hypotheekadviseur. Ze wilden hun spaarhypotheek verhogen en oversluiten naar een aflossingsvrije variant.
In een periode van vier maanden tijd werd er een oriënterend gesprek gevoerd, werden benodigde stukken opgestuurd, offertes uitgebracht, één offerte geaccepteerd en het adviesrapport toegestuurd.
Maar in plaats van dat de oversluiters het adviesrapport ondertekenden, dienden ze een klacht in bij Kifid. De hypotheekadviseur had te traag en onzorgvuldig gehandeld, vonden ze.
Meer dan een ton schade
Zo had de adviseur volgens de man en de vrouw beloofd om nog voor zijn vakantie de aanvragen bij de geldverstrekkers in te dienen. Dit deed hij pas daarna.
Daarnaast had hij bij BLG Wonen, waarnaar de hypotheek uiteindelijk werd overgesloten, geen aanvraag met een rentevaste periode van dertig jaar ingediend. Iets wat bij BLG Wonen überhaupt niet kon. Ze hadden wél om die langere rentevaste periode gevraagd.
Ook was de klagende partij verbaasd over de werkwijze rondom het adviesrapport. Sowieso werd die pas op 15 april pas opgestuurd, terwijl het rapport was gedateerd op 28 februari. Maar ook werd het document pas toegestuurd toen de man en de vrouw het aanbod van BLG Wonen al hadden geaccepteerd. Wat is dan nog het nut van een adviesrapport?
Doordat de rente in de tussentijd was opgelopen en minder lang vaststond dan gewenst, werd de schade geraamd op 103.950 euro.
Zorgplicht niet geschonden
Maar de geschillencommissie is van mening dat de hypotheekadviseur zijn zorgplicht níét heeft geschonden. Hoewel de werkwijze rondom het adviesrapport valt te betreuren, heeft het de klanten van de adviseur geen schade berokkend. Immers: het rapport is uiteindelijk een conclusie van de eerder gevoerde adviesgesprekken.
Daarnaast hadden de man en vrouw zelf besloten al op het aanbod van BLG Wonen in te gaan, nog voor ze het adviesrapport hadden ontvangen. De verklaring dat de adviseur op 28 februari al was begonnen met het rapport en tussendoor de datum niet had gewijzigd, klonk ook voldoende plausibel in de ogen van de geschillencommissie.
Kortere rentevaste periode een keuze
Ook wat betreft de zorgplicht-schendende vakantie en de te korte rentevaste periode volgt de geschillencommissie het verweer van de hypotheekadviseur. Er valt niet onomstotelijk vast te stellen dat de adviseur inderdaad had beloofd dat hij voor zijn vakantie de aanvragen bij de geldverstrekkers in zou dienen. Er lijkt eerder sprake van uiteenlopende verwachtingen en miscommunicatie
Dat de klanten het aanbod met een kortere rentevaste periode accepteerden, was hun eigen keuze, zo betoogt de geschillencommissie. Ze kozen uiteindelijk zelf voor het aanbod met de laagste rente, niet met de langste rentevaste periode, waarvan de rente wel hoger zou zijn geweest. Een kwestie van kiezen tussen hogere lasten en meer zekerheid, of lagere lasten en meer risico. Ze kozen dus voor het laatste.
