Even terug in de tijd. In 2019 stapt de vrouw naar Kifid omdat verzekeraar BNP Paribas Cardif twee arbeidsongeschiktheidsverzekeringen die ze had aangevraagd, opzegde. De verzekeraar concludeert namelijk dat de vrouw bij beide aanvragen de mededelingsplicht had geschonden. De verzekerde zou namelijk in de gezondheidsverklaring niet het juiste gewicht hebben opgegeven en dus de mededelingsplicht hebben geschonden. Tevens stelt BNP Paribas Cardif dat de vrouw al voor de ingangsdatum van de verzekering met ernstig overgewicht bekend was en dat haar arbeidsongeschiktheid als gevolg van dit ernstige overgewicht niet binnen de dekking van de verzekering valt. BNP Paribas Cardif zegde daarom zowel een AOV-verzekering uit 2004 als uit 2007 op.

Gewichtsschommeling van ruim zestig kilo in een half jaar

De vrouw is het hier niet mee eens en stapt naar Kifid. Daar vertelt ze dat ze de gezondheidsverklaring juist had ingevuld en niet had gelogen over haar gewicht, dat volgens haar zo schommelt dat het mogelijk is dat zij in november 2004 wellicht 136 kg woog, terwijl dit in juni van hetzelfde jaar nog maar 74 kilo was. Ze spreekt over een jojo-effect. Daarnaast stelt ze dat de aanvraag niet zou zijn afgewezen bij een hoger gewicht. De verzekeraar zou volgens haar hooguit een hogere premie hebben gesteld. BNP Paribas stelt dat de vrouw wel haar mededelingsplicht heeft geschonden en dat een verzekeraar een AOV niet accepteert bij een BMI boven de 38.

De vrouw meent verder dat de tweede verzekering uit 2007 ten onrechte is opgezegd. De verzekeraar stelt op zijn beurt dat na een weigering een volgende verzekering niet zonder meer wordt geaccepteerd. In 2007 verklaarde de vrouw namelijk dat haar nog nooit enige verzekering was geweigerd, terwijl de AOV uit 2004 wel is gestopt. De vrouw brengt hier tegenin dat ze pas in 2017 wist van het stoppen van de verzekering uit 2004.

De commissie oordeelt destijds dat de consument in de gezondheidsverklaring van 8 juni 2004 een onjuist gewicht heeft opgegeven en dat BNP Paribas die verzekering terecht mocht beëindigen. Bij de tweede verzekering uit 2007 had de verzekeraar dit niet mogen doen, aldus Kifid: “Het standpunt van verzekeraar dat consument hem in 2004 niet juist heeft geïnformeerd over haar medische situatie en dat zij het verzekeraar daardoor onmogelijk heeft gemaakt de acceptatie in 2007 correct uit te voeren, moge op zich juist zijn, maar levert geen schending van de mededelingsplicht in de zin van artikel 7:928 BW op. De verklaring van consument dat haar nooit enige verzekering is geweigerd heeft zij in 2007 in alle redelijkheid kunnen ondertekenen. Op die datum was een eerdere weigering immers nog niet aan de orde. BNP Paribas Cardif had deze verzekering dus niet mogen beëindigen. Deze laatste verzekering dient te blijven doorlopen en de op die verzekering ingediende claim dient in behandeling te worden genomen.”

Praktijkles advocaat: Nieuwe verzwegen feiten leiden tot volledige overwinning BNP Paribas Cardif

In bovenstaande zaak heeft de consument gekozen voor een niet-bindend advies. Hierdoor houden de consument en de verzekeraar de mogelijkheid open om zich tot de gewone rechter te wenden. BNP Paribas besloot naar de rechter te stappen en het geschil werd opnieuw overgedaan. Opvallend hierbij is dat de rechter in december vorig jaar de consument alsnog volledig in het ongelijk stelde. De nieuwe uitkomst was het gevolg van nieuw opgekomen (verzwegen) feiten, op grond waarvan de rechter oordeelde dat de consument niet alleen in 2004, maar ook in 2007 haar mededelingsplicht had geschonden.

In de Kifid Uitsprakenbank gaat advocaat Vincent Kortenbach in zijn praktijkles dieper in op deze zaak. Zijn toelichting op bovenstaande vind je hier.