Alkaya had een compleet wensenpakket neergelegd bij de minister die volgens hem zouden moeten leiden tot een consumentgerichter organisatie. Daarbij zou Kifid bijvoorbeeld moeten veranderen van een neutrale arbiter, in een waakhond die opkomt voor de consumentenbelangen. Hoekstra wil er niet aan. Kifid is een onpartijdig alternatief voor de gewone rechter. Daar past geen vooringenomenheid bij.
'Financiering schaadt onafhankelijkheid niet'
Net als vele anderen voor hem, betwist Alkaya ook de financiering van Kifid. Het instituut wordt bekostigd door financieel dienstverleners. In de perceptie van de consument ontstaat zo mogelijk het beeld dat wie betaalt, bepaalt. Wat minister Hoekstra betreft is er echter voldoende onderzoek gedaan naar de onafhankelijkheid van Kifid, waarbij is vastgesteld dat de financieringswijze de autonome positie niet schaadt.
Voldoende bekend
Kifid zou ook bekender moet worden onder consumenten. In de initiatiefnota pleit Alkaya voor extra budget om de bekendheid te vergroten. De minister concludeert dat Kifid zelf over de besteding van het budget gaat, en dat de naamsbekendheid van het klachteninstituut groot genoeg is. “Uitspraken van het Kifid verschijnen vaak in de media; in 2020 kreeg het Kifid ruim 1 miljoen vermeldingen in online berichtgeving.”
Publiekrechtelijk instituut?
Alkaya zou graag zien dat het kabinet laat onderzoeken of Kifid in plaats van een privaatrechtelijk instituut een publiekrechtelijke invulling kan krijgen. Hoekstra weigert. Wat hem betreft wordt daar geen hogere mate van consumentenbescherming mee bereikt. Bovendien zou zo’n wijziging veel te ingrijpend zijn in de organisatiestructuur, reglementen en bevoegdheden.
Schikkingen: de black box van Kifid
Een punt waar Alkaya waarschijnlijk meer verwacht had, was de geanonimiseerde publicatie van schikkingsovereenkomsten. Al langer vraagt men zich af of de advocaten van financiële instellingen consumenten niet met een kluitje in het riet sturen als ze aandringen op een schikking. Daar is immers geen zicht op.
Wanneer je meer inzicht zou willen geven in de kenmerken en de resultaten van de bemiddelpraktijk, dan vraagt dat om kwalitatief onderzoek”
Alkaya had Kifid al om
Kifid-bestuursvoorzitter Ralph Pans suggereerde in het jaarverslag van Kifid dat onderzoek mogelijk was. “Dat is inderdaad een punt. Het bemiddelingsresultaat is voor de buitenwereld minder zichtbaar. Partijen bepalen zelf hoe ze omgaan met het publiceren over het resultaat. Wanneer je meer inzicht zou willen geven in de kenmerken en de resultaten van de bemiddelpraktijk, dan vraagt dat om kwalitatief onderzoek.”
Het kabinet vindt echter dat publicatie van schikking niet in het consumentenbelang is. Volgens Hoekstra leiden samengevatte en geanonimiseerde schikkingsresultaat mogelijk tot ongerechtvaardigde verwachtingen bij consumenten.
Geen groepsgewijze behandeling
Alkaya pleit ook voor de mogelijkheid tot groepsgewijze behandeling van klachten. Hoekstra ziet er opnieuw geen brood in. Het zou te complex zijn en een te zware belasting voor Kifid. Dat zou de voortgang van andere zaken in de weg zitten en dus afbreuk doen aan de laagdrempeligheid en snelheid voor overige consumenten.
Opvolging van niet bindende uitspraak
Kan de initiatiefnota dan helemaal bij het oud papier? Nee, Hoekstra vindt het wel een goed idee om te achterhalen wat financieel dienstverleners doen met een uitspraak die niet bindend is. Zo’n 7 procent van de uitspraken is niet bindend, omdat een consument daar zelf voor koos, of omdat de instelling niet-bindend bij Kifid is aangesloten.
Transparantie over de opvolging van niet-bindende uitspraken is volgens het kabinet wenselijk. “Het kan daarnaast een disciplinerend effect hebben op de sector en zo bijdragen aan de effectiviteit van het Kifid als geschillenbeslechter.”