Frauderende tegenpartij krijgt schadevergoeding én EVR-registratie

Frauderende tegenpartij krijgt schadevergoeding én EVR-registratie

Een aansprakelijkheidsverzekeraar die aansprakelijkheid erkent, moet de vaststaande schade van een tegenpartij in beginsel vergoeden, ook als die tegenpartij heeft gefraudeerd, stipt Kifid aan. Dat neemt niet weg dat opzettelijke misleiding wel reden mag zijn voor het registreren van de fraude.

Het klachteninstituut doet de mededeling naar aanleiding van twee recente klachtzaken. In de eerste zaak gaat het om een elektricien die in 2016 en in 2018 slachtoffer wordt van een verkeersongeval. WA-verzekeraar Nationale-Nederlanden erkent in beide zaken de aansprakelijkheid van zijn verzekerden, maar ontdekt ook dat de elektricien tegenstrijdige verklaringen geeft over zijn letsel om een hogere schadevergoeding te krijgen. Hij verklaart enerzijds vlak voor het tweede ongeval dat hij nog knieklachten heeft en anderzijds - na het tweede ongeval - dat hij voorafgaand daaraan geen klachten meer had. De registratie in het Extern Verwijzingsregister (EVR) is daarom terecht, oordeelt Kifid.

Wel smartengelduitkering

De elektricien had 30.000 euro gevorderd, bovenop de 9.500 euro schadevergoeding die hij al had gekregen. Die eis wordt deels toegewezen. Van inkomensverlies is geen sprake, omdat de man zelfs meer is gaan verdienen na het eerste ongeval. Er is verder geen blijvende invaliditeit vastgesteld, maar de geschillencommissie schat die op 7% en vindt een vergoeding van 10.000 euro billijk. Met betrekking tot het tweede ongeval heeft de elektricien geen recht op immateriële schadevergoeding, omdat niet is komen vast te staan dat hij als gevolg daarvan werkelijk schade heeft geleden. "Omdat vaststaat dat de consument opzettelijk onjuiste informatie heeft gegeven met als doel een (hogere) schadevergoeding te ontvangen waarop hij geen recht heeft, is met enkel stukken die terug te voeren zijn op de eigen verklaringen van de consument onvoldoende aangetoond dat hij door het tweede ongeval daadwerkelijk psychische klachten heeft." Wel heeft de auto van de man voor zo'n 2.000 euro schade opgelopen. Die moet NN vergoeden. "Dat de letselschadeclaim frauduleus is, doet hier niet aan af." NN moet ondanks de fraude dus nog ruim 12.000 euro betalen aan de elektricien.

Scooterrijder betrokken bij zes schadeclaims

In de tweede zaak draait het om een scooterrijder die betrokken raakt bij een verkeersongeval. Verzekeraar ASR erkent aansprakelijkheid, maar hoort van Achmea dat de man bij nog vijf andere schadeclaims betrokken is, onder meer bij Allianz, waar uit onderzoek blijkt dat de man ten onrechte heeft aangegeven sinds februari 2017 niet meer te hebben gewerkt. Hij heeft sindsdien echter nog salaris ontvangen en blijkt in oktober 2017 als taxichauffeur betrokken te zijn geweest bij een ongeval. Bovendien heeft hij van een valse werkgeversverklaring gebruik gemaakt. Er is sprake van een zwaardere verdenking dan een redelijk vermoeden van fraude: de EVR-registratie is terecht, aldus Kifid. Hij moet het betaalde voorschot terugbetalen, omdat schade niet is aangetoond. Advocaat- en onderzoekskosten hoeft de man niet aan de verzekeraar terug te betalen, omdat die kosten onvoldoende zijn onderbouwd. "Het opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken geven kan gezien worden als een ‘onrechtmatige daad’. In dat geval is een consument wettelijk verplicht de schade te vergoeden die de verzekeraar als gevolg van de misleiding heeft geleden. Hiervoor geldt wel dat de verzekeraar moet aantonen dat die kosten daadwerkelijk zijn gemaakt als gevolg van de aan de consument verweten onrechtmatige daad."

Opzettelijke misleiding

"Beide consumenten hebben de betrokken verzekeraars opzettelijk misleid om zo een (hogere) schadevergoeding te krijgen terwijl zij daar geen recht op hebben", resumeert Kifid. "Deze fraude rechtvaardigt dat de verzekeraar de persoonsgegevens van de betrokken consument mag opnemen in genoemde waarschuwingssystemen. De Geschillencommissie concludeert dat de door de verzekeraars vastgestelde registratieduur in beide zaken proportioneel is. Er zijn door de consumenten geen feiten of omstandigheden naar voren gebracht die aanleiding geven voor kortere registraties." Maar schade moet dus wel worden betaald: "In de zaak van de elektricien is het duidelijk dat de man door het eerste verkeersongeval knieklachten heeft gekregen. Volgens de wet geeft dit de consument recht op smartengeld." De scooterrijder grijpt mis omdat er geen objectieve gegevens zijn waaruit blijkt dat hij schade heeft geleden.

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.