Rechtbank buigt zich toch over beroep tegen bindend Kifid-advies

Een man die bij de rechter ogenschijnlijk vergeefs protesteerde tegen een bindende Kifid-uitspraak, kan toch nog hopen. De rechtbank gaat zijn bezwaar tegen de gang van zaken beoordelen, ook al is tegen een bindende uitspraak geen beroep bij de rechter mogelijk.

De auto van een Aegon-verzekerde vliegt in brand. Hij claimt de schade, maar Aegon wijst de claim af: de verzekerde is "op negatieve wijze" betrokken geweest bij de brand en heeft onware informatie verstrekt over de toedracht van de schade. Kifid is het met Aegon eens: er hoeft niet uitgekeerd te worden, de polis mag worden beëindigd en de registratie van de persoonsgegevens in het EVR en het Incidentenregister voor de duur van zes jaar is ook terecht.

Na bindende uitspraak geen rechtsgang

De uitspraak van de geschillencommissie is bindend. Toch stapt de verzekerde naar de rechter. Hij wil alsnog de schade van € 23.500 vergoed hebben en de fraudemeldingen verwijderd zien. Aegon verweert zich met verwijzing naar de bindende uitspraak: daar heeft de man zelf voor gekozen. In zo’n geval verklaart de gewone rechter de eiser niet-ontvankelijk in zijn vordering als hij hetzelfde geschil (nogmaals) aan de rechter ter beoordeling wil voorleggen.

Kruisje zetten voldoende?

Maar de man bestrijdt voor een bindend advies te hebben gekozen. Afstand doen van het recht op een gang naar de rechter mag, aldus de rechtbank. "Maar deze afstand moet wel vrijwillig en ondubbelzinnig geschieden." En dat is niet het geval als de klant een kruisje zet onder een formulier, betoogt de man. Op het klachtenformulier staat namelijk geen waarschuwing of aanwijzing met betrekking tot het verschil tussen bindend en niet-bindend advies. De man wilde eigenlijk geen bindend advies.

Combinatie met toelichting zorgt voor ondubbelzinnigheid

De rechter verwerpt dat: de man heeft niet toegelicht waarom hij geen vrijwillige keuze zou hebben gemaakt. "De rechtbank kan daar dus niets mee." Maar de man heeft wel ondubbelzinnig gekozen voor het afzien van het recht op toegang tot de overheidsrechter. "Het enkele aankruisen van het vakje met ‘bindend’ is daarvoor onvoldoende, zoals ook [eiser] terecht aanvoert. Het is echter de combinatie van het aankruisen van dat vakje en de toelichting op het verschil tussen bindend en niet-bindend advies die maakt dat wel sprake is van een ondubbelzinnige keuze." En de toelichting is op eenvoudige wijze te raadplegen via het klachtformulier, constateert de rechter. Dat de linkjes naar de toelichting niet werkten, heeft de man niet onderbouwd. "Uit die stelling blijkt overigens dat [eiser] dus wel op de linkjes heeft geklikt, maar dan – volgens hem – zonder resultaat. Dat impliceert dat hij behoefte had aan toelichting over het verschil tussen bindend en niet-bindend advies. Het had dan op zijn weg gelegen om daar nadere informatie over te vragen voordat hij zijn keuze maakte."

Zaak is toch nog niet over

De man vangt dus bot, zou je zeggen. Maar de rechter wijst erop dat hij wel betoogt dat er gebreken kleven aan de behandeling van de klacht door Kifid. "Volgens [eiser] heeft het Kifid ten onrechte geen nader onderzoek gedaan en de eenzijdige onderzoeksresultaten van Aegon voor juist aangenomen." De man twijfelt ook aan de onafhankelijkheid en onpartijdigheid van Kifid.
"De rechtbank overweegt dat als [eiser] dit beroep op vernietiging meteen in de dagvaarding had gedaan, de rechtbank dat in de hoofdzaak had moeten beoordelen." Dat het beroep nu later is gedaan, maakt dat niet anders: de rechtbank gaat dus alsnog het beroep op vernietiging beoordelen.

Tussenuitspraak rechtbank Oost-Brabant, gepubliceerd 4 maart 2021

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.