De jongen die op de Aegon schadeverzekering van zijn vader is meeverzekerd, raakt op 23 november 2018 zijn merkjas kwijt in een Arnhemse bar. Hij dient een claim in, waarin hij vermeldt dat de jas voor € 499,95 in datzelfde jaar is gekocht. De claim wordt afwezen, omdat de schade niet binnen de dekking van de inboedelverzekering valt. Later meldt iemand anders dat hij op 1 december op dezelfde jas een schroeiplek heeft veroorzaakt. Terwijl Aegon in de veronderstelling was dat die jas was gestolen.
Registratie in het EVR
Bij navraag komt de jongen met allerlei verschillende verhalen. Zo zegt hij dat hij meerdere merkjassen heeft, terwijl zijn vader aan Aegon verklaart dat het maar om één jas gaat. Na een reeks twijfelachtige verklaringen, besluit de verzekeraar om de zoon uit te sluiten van zijn vaders inboedelverzekering en zijn persoonsgegevens te registreren in het Extern Verwijzingsregister (EVR).
De jongen klopt bij het Kifid aan om de registratie ongedaan te maken. Hij zou naar eigen zeggen de gestolen jas weer hebben teruggekregen en dit als zodanig bij Aegon hebben gemeld. Ook blijft hij volhouden meerdere jassen te hebben, waardoor hij zich heeft vergist in de herkomst van de jassen.
De grote wisseltruc
Aegon vindt zowel het bestaan van twee jassen als de vergissingen daarover ongeloofwaardig en toont dit door middel van verschillende omstandigheden aan. Zo heeft de jongen gaandeweg het onderzoek zijn jas teruggevraagd, omdat hij geen andere zou hebben.
De verzekeraar acht de registratie in het EVR terecht en proportioneel, omdat de jongen het vertrouwen van Aegon ernstig geschaad heeft. Kifid onderschrijft dit en de vordering van de jongen wordt afgewezen. Het advies is bindend