De klant benadert de adviseur eind 2014 voor het bemiddelen in een hypotheek voor de aankoop van een nieuwe woning tegen een vergoeding van € 2.300. Dat leidt tot een ondertekende offerte bij een nieuwe geldgever. Begin 2015 stuurt de oude geldverstrekker van de klant een aflossingsnota: er moet ruim € 3.000 boeterente worden betaald wegens vervroegde aflossing. De klant is verrast en vraagt zijn adviseur per mail en telefoon vergeefs om opheldering. De uitleg wordt uiteindelijk gegeven door de voormalige geldgever.
In februari, na het passeren van de hypotheekakte, komt de adviseur alsnog per mail met een verklaring: "Deze financiering blijkt een Voordeelhypotheek te zijn, waarbij u bij aanvang een extra rentekorting heeft ontvangen, met de afspraak dat er bij verkoop eventueel een boete kan worden doorgerekend. Toen wij in oktober 2014 aan tafel gingen voor de financiering van de woning, was mij dit niet bekend. Ook uit de aangeleverde stukken inzake de eerdere hypotheek heb ik dit niet op kunnen maken. In uw jaaroverzicht wordt niet gesproken over de voordeelhypotheek." Volgens de adviseur is de boeterente na tweeënhalf jaar terugverdiend, ruim binnen de rentevaste periode van 20 jaar.
Toch wil de klant een vergoeding voor de onverwachte boeterente. De adviseur nagelaten de bestaande hypotheek volledig te onderzoeken, zo betoogt de consument bij Kifid.
Onvoldoende onderzoek
De geschillencommissie vindt dat de adviseur niet heeft onderzocht of geverifieerd welke contractuele verplichtingen, zoals het betalen van boeterente, de klant had. Dat de adviseur niet bij de vorige hypotheek betrokken was, zoals hij stelt, en daardoor afhankelijk was van de informatie van de klant, snijdt volgens Kifid geen hout: "Het is juist aan adviseur om niet alleen inzicht in de cijfermatige kant van de bestaande hypothecaire overeenkomst van geldlening te verkrijgen maar ook in de overige verplichtingen. Zo is niet uit het dossier gebleken dat adviseur om de onderliggende offerte en/of hypotheekakte heeft gevraagd dan wel dat consument heeft geweigerd deze stukken te verstrekken. Stukken die, zo heeft de commissie kunnen vaststellen, voorhanden waren. Anders dan adviseur heeft gesteld kon hij door dit na te laten er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat het in casu niet om een Voordeelhypotheek zou gaan en dus geen boete verschuldigd zou zijn." Wel heeft de adviseur een passend advies gegeven, getuige de korte terugverdientermijn van de boeterente.
Gedeeltelijke terugbetaling
De adviseur wordt door de geschillencommissie nog op de vingers getikt voor het gebrekkig reageren op vragen van de klant, maar daaraan worden geen financiële consequenties verbonden. De eis van de klant dat de boeterente wordt gecompenseerd, wordt door Kifid niet gehonoreerd: de adviseur heeft ervoor gezorgd dat de nieuwe woning kon worden gekocht en het advies sluit aan op de wensen van de klant. Bovendien is niet aannemelijk dat de klant bij de bestaande geldgever zou zijn gebleven als de adviseur zijn inventarisatie volledig zou hebben uitgevoerd, overweegt het klachteninstituut. "Dit in aanmerking nemende acht de commissie een (gedeeltelijke) restitutie van de betaalde advies- en bemiddelingsvergoeding op zijn plaats en stelt dit bedrag ex aequo et bono vast op € 1.000."
Verschil in zorgplicht
Daarmee onderstreept Kifid het verschil in visie op de zorgplicht van onafhankelijke en gebonden adviseurs. Recentelijk vond de geschillencommissie nog dat een adviseur van ABN Amro niet op de hoogte hoeft te zijn van boeteclausules bij andere geldverstrekkers. Een klager die met een boete werd geconfronteerd, dolf toen het onderspit: "Het had op de weg van consument gelegen om navraag te doen bij ING over de (mogelijke) consequenties van het geheel en vervroegd aflossen van de hypothecaire geldlening. Dat consument dit niet heeft gedaan, kan de bank niet worden verweten."