De geschillencommissie van Kifid stelde recent een weduwe in het ongelijk die vindt dat zij in 2013 geen passend hypotheekadvies heeft gekregen van de Rabobank, omdat die haar en haar overleden partner een hypotheek zonder ORV zou hebben geadviseerd.
Huis verkopen
Het echtpaar sloot in 2013 onder grote tijdsdruk de hypotheek over van BNP Paribas naar de Rabobank om nog gebruik te kunnen maken van een fiscaal gunstige regeling. Hoewel de vrouw zelf weinig inkomsten heeft, werd geen ORV afgesloten. De man overleed in 2018, waarna de vrouw moest concluderen dat ze onvoldoende middelen heeft om in het huis te blijven wonen. Ze klaagde bij Kifd, omdat ze van mening is dat ze geen passend advies heeft gekregen.
Wetsovertreding
Erhardt, die niet alleen opleider is maar ook nabestaandenadviseur en de betreffende weduwe begeleidt, is van mening dat de geschillencommissie van Kifid haar zegen heeft gegeven aan een wetsovertreding. Hij verwijst daarbij naar de Leidraad Hypotheekadvies van de AFM, waarin de eisen aan het wettelijk voorgeschreven adviestraject conform de Wft zijn vastgelegd.
Financieel risico
Hierin staat onder meer dat de adviseur moet inventariseren hoe de consument staat tegenover een financieel risico door overlijden. “Wanneer iemand besluit een risico niet af te dekken, heeft de adviseur een zelfstandige plicht om een afweging te maken of de consument het risico ook kan lopen. De adviseur gaat alleen in de wens van de consument mee wanneer hij ervan overtuigd is dat het voor de consument verantwoord is”, citeert Erhardt, die aangeeft dat het de plicht is van de adviseur om ervoor te zorgen dat het advies aansluit bij de risicobereidheid, berekeningen en wensen van de klant.
Zelfstandig beoordelen
De opleider en nabestaandenadviseur is verbolgen over de gang van zaken en zegt ook van cursisten reacties te hebben gekregen op de Kifid-uitspraak. “Kifid negeert de overtreding van de adviseur art. 4.23 Wft en Leidraad 6 Hypothecair Krediet inzake het niet zelfstandig beoordelen door de adviseur of de consument het risico kan lopen.”
Onderbouwd advies
Volgens Erhardt heeft de financieel adviseur van de Rabobank nooit een advies met onderbouwing van getallen met de klant besproken; iets wat volgens de leidraad wel zou moeten. “In de offerte staat een standaardzin dat de klant de risico’s heeft geaccepteerd. Die zin is misleidend en is nu leidend om een wettelijke overtreding te rechtvaardigen. Omdat de consument de offerte getekend heeft, is deze zin aanleiding voor de geschillencommissie haar afwijzing hierop te baseren.”
Geld mis lopen
Erhardt geeft aan dat veel meer Rabobank-klanten het risico lopen geld mis te lopen en dus hun huis moeten verkopen wanneer geen overlijdensrisicoverzekering is gekoppeld aan de hypothecaire lening. “De zin valt niet op, maar wanneer sprake is van een noodlottig ongeval, zoals in deze zaak het geval is, wordt opeens het belang hiervan duidelijk.”
CDFD-examen
Het stuit hem tegen de borst dat de geschillencommissie de werkwijze van de Rabobank normaal vindt. “In elk CDFD-examen is jarenlang in het kader van het examenonderdeel Vaardigheden en professioneel gedrag dat antwoord fout gerekend. Moeten nu examenuitslagen – veel cursisten zijn gezakt op 1 punt – worden herzien met alle financiële consequenties van dien?”
De betreffende weduwe overweegt nog de gang naar de Commissie van Beroep van Kifid.
De Rabobank wil niet inhoudelijk op de kwestie reageren, omdat het een individuele klant betreft. Wanneer het tot een zaak bij de Commissie van Beroep zou komen, reageert de Rabobank daar inhoudelijk, aldus een woordvoerder.