Einduitspraak Kifid: NN moet woekerpolisklant € 17.500 uitkeren

De eerstekostenzaak van een woekerpolisklant tegen Nationale-Nederlanden is tot een eind gekomen. In juni verloor NN al het beroep in deze kwestie, en nu heeft Kifid ook de schadevergoeding vastgesteld. Die bedraagt volgens de einduitspraak zo'n € 17.500, nog te vermeerderen met wettelijke rente. NN had nog tijdens de zaak al aangeboden dit bedrag uit te keren.

De Commissie van Beroep van Kifid oordeelde in juni dat NN geen eerste kosten in rekening had mogen brengen aan de klager. De verzekeraar is bij de totstandkoming van de beleggingsverzekering tekortgeschoten in zijn informatieplicht. De consument was niet op de hoogte gebracht door eerste kosten en ook niet over het hefboom- en inteereffect.

Daadwerkelijk geleden schade

In juni stelde de Commissie van Beroep nog niet de daadwerkelijk geleden schade vast. De consument kreeg de gelegenheid om schriftelijk uit een te zetten hoeveel financieel nadeel hij had gehad. Die kwam eind juli tot de volgende bedragen: € 6.079,34 voor de eerste kosten en € 1.379 voor de gevolgen van de overlijdensrisicopremie, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 december 2012.

Medio september heeft NN de klant laten weten beide bedragen uit te willen keren. Ook is de verzekeraar bereid € 10.050 te betalen voor de proceskosten van de consument. Zodra die zijn bankrekening zou doorgeven, zou NN tot uitbetaling overgaan.

Omdat de Commissie van Beroep geen gunstiger beslissing voor de consument kan nemen dan de Geschillencommissie, leek met deze toezegging de procedure ten einde. De consument wilde echter ook nog een oordeel of hij eventueel niet door de verzekeraar betaalde schadevergoeding kan verhalen op de eveneens aansprakelijk gehouden tussenpersoon. Ook bleek hij ineens alsnog een hogere schadevergoeding te willen dan dat hij zelf in zijn berekeningen aan NN had aangegeven.

Onvoldoende grond

Volgens de Commissie van Beroep is hiervoor echter onvoldoende grond. “De Commissie van Beroep is van oordeel dat Belanghebbende in het licht van het aanbod en de aankondiging van betaling door Verzekeraar inderdaad onvoldoende belang heeft bij voortzetting van de procedure ten einde alsnog een beoordeling te krijgen van de door hem nader ingenomen standpunten. Doordat  belanghebbende ervoor heeft gekozen geen incidenteel beroep in te stellen, is de rechtsstrijd in beroep in die zin beperkt dat de vorderingen van Belanghebbende niet tot een hoger bedrag kunnen worden toegewezen dan de Geschillencommissie heeft gedaan.” De Commissie sluit de zaak met de vaststelling dat NN ongeveer € 17.500 moet betalen.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.