De man had van februari 2001 tot oktober 2019 een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij De Amersfoortse, gesloten via Aon-rechtsvoorganger Meeùs. Over die AOV is jaarlijks provisie ontvangen. In januari 2016 stuurt De Amersfoortse een verlengingsformulier om de verzekering per 27 februari 2016 met drie jaar te verlengen. Dat formulier is ondertekend en teruggestuurd. Het jaar erop krijgt de man van Meeùs informatie over de nieuwe dienstverlening. Goed nieuws: hij heeft recht op de 3-sterrenservice. Onderdeel daarvan is een digitale AOV-check waarmee de klant kan kijken of het product nog passend is. Daarin staat ook vermeld: "We toetsen elk jaar of de premie van uw AOV nog marktconform is."
Provisie terugbetalen
In oktober 2019 beëindigt de man de aov. Hij stapt over naar een goedkopere variant bij Aegon. Bij het klachteninstituut legt de man de eis neer dat Aon de provisie vanaf 1 januari 2013 terugbetaalt. Dat is zo'n € 7.000. Hij wil ook een vergoeding voor de premie die hij sinds 2013 te veel heeft betaald. Meeùs heeft ondanks het provisieverbod nog elk jaar 17,5% provisie ontvangen en de man daarover niet ingelicht. Meeùs heeft evenmin gewezen op goedkopere alternatieven voor zijn AOV.
Eerbiedige werking
Aon pareert de klacht met de tegenwerping dat voor AOV's die voor 2013 zijn gesloten, eerbiedigende werking geldt. In 2017 is de man geïnformeerd over het serviceabonnement, dat niet altijd voordeliger is dan provisie. Verder heeft hij geen contact opgenomen rondom de verlenging in 2016 en nooit gereageerd op verzoeken de aov-check te doen.
Niet stil blijven zitten
Kifid geeft Aon gelijk met het beroep op de eerbiedigende werking, maar oordeelt toch dat Meeùs is tekortgeschoten in zijn zorgplicht. "Een tussenpersoon mag in beginsel niet stil blijven zitten wanneer hij tijdens de looptijd van de tot zijn portefeuille behorende verzekeringen kennis neemt van feiten of omstandigheden die meebrengen dat de door hem beheerde verzekeringen mogelijk aanpassing behoeven."
Marktbrede premiedaling valt niet onder zorgplicht
De geschillencommissie haalt de uitspraken van de Commissie van Beroep van vorig jaar aan nazorgplicht bij dalende ORV-premies. "Algemene ontwikkelingen, zoals premiedalingen in de verzekeringsmarkt en dus ook het ingestelde provisieverbod, hebben geen gevolgen voor de dekking van de verzekering en vallen daarmee niet onder de nazorgplicht. De (na)zorgplicht van tussenpersoon gaat dus niet zo ver dat hij vanaf de inwerkingtreding van het provisieverbod in 2013 consument erop had moeten wijzen dat hij nog steeds provisie ontving en dat hij in plaats daarvan ook een serviceabonnement kon sluiten."
Andere dienstverlening verandert zorgplicht
Maar de nazorgplicht is wel een rol gaan spelen ten tijde van de voorgenomen prolongatie van de verzekering in 2016, aldus de commissie. Dat blijkt ook uit de 3-sterrendienstverlening, die een jaarlijkse premiecheck omvat. "De commissie oordeelt dat tussenpersoon in 2016 toen de prolongatie van de verzekering van consument speelde (al) een dergelijke invulling had behoren te geven aan zijn zorgplicht jegens consument volgens hetgeen nadien in deze leaflet is vastgelegd." De klant had in elk geval mogen verwachten dat Meeùs toen zou hebben getoetst of de premie voor de verzekering nog wel marktconform is. "Dit heeft tussenpersoon niet gedaan, maar dat vloeit volgens de commissie wel uit zijn zorgplicht voort."
Verschil geschat
Kifid acht het aannemelijk dat de klant in 2016 naar Aegon zou zijn overgestapt als Meeùs de zorgplicht was nagekomen. Daardoor moet Aon het premieverschil vergoeden, maar dat verschil is lastig vast te stellen omdat bij Aegon geen provisie in de premie is verdisconteerd. Daarom volstaat Kifid met een schatting en die komt uit op € 1.500.