Klant haakt af na gratis eerste gesprek, maar moet toch betalen

Klant haakt af na gratis eerste gesprek, maar moet toch betalen

Een klant van De Hypotheker moet een adviesnota van € 1.165 betalen, ondanks dat hij na een oriëntatiegesprek heeft bedankt voor een eerste (betaald) adviesgesprek. De adviseur heeft namelijk wel werkzaamheden verricht en daarmee was de adviesfase al ingegaan, oordeelt Kifid.

Een zelfstandig ondernemer koopt met zijn partner een huis zonder voorbehoud van financiering. Dat betekent dat er haast is met het regelen van de hypotheek. De overdracht van de woning is op 28 februari 2020 en op 13 januari zit het stel bij De Hypotheker voor een eerste (gratis) oriëntatiegesprek. Tijdens dat gesprek tekenen ze de Opdracht tot Dienstverlening, waarin staat dat het advies € 2.450 gaat kosten en dat de kosten van het afsluiten van de hypotheek nog eens € 1.045 bedragen.

In de overeenkomst staat ook: "Als u na het tekenen van deze overeenkomst niet komt opdagen voor uw eerste adviesgesprek, brengen wij u € 350 in rekening. Dit zijn de kosten die wij hebben gemaakt bij het starten van onze werkzaamheden in aanloop naar uw adviesgesprek." Besluit de klant tijdens het adviestraject om van verder advies af te zien, dan wordt maximaal 50% van de advieskosten) in rekening gebracht.

Na het oriëntatiegesprek levert het stel de door de adviseur opgevraagde persoonlijke documentatie. Op 30 januari willen ze weten of er al een offerte binnen is. De adviseur laat weten dat die uiterlijk een dag later volgt. Dat wordt uiteindelijk drie dagen: dan krijgen de kopers een renteaanbod. Maar ze gaan niet akkoord; de afspraak van een dag later wordt afgezegd en de opdracht wordt opgezegd. Twee weken later rolt er een factuur van € 1.165 door de brievenbus.

Onredelijke factuur?

Voor Kifid is de vraag: moeten de klanten die betalen? Het stel meent van niet: de adviseur heeft een onjuiste voorstelling van zaken gegeven, dus er is sprake van dwaling. Bovendien is het gefactureerde bedrag onredelijk en niet conform de afspraken in de overeenkomst: die bepaalt dat er voordat de adviesfase is ingegaan, een veel lager bedrag als vergoeding geldt. De adviseur zou daarnaast binnen twee weken een definitieve offerte sturen, was de afspraak. Dat was de reden om de overeenkomst te tekenen. Dus toen bleek dat het begin februari slechts om een renteaanbod ging en een definitieve offerte nogmaals twee weken zou gaan duren, haakten de twee af.

Maar de geschillencommissie oordeelt dat de toezegging van de adviseur niet vaststaat. De adviseur zelf betwist dat en stelt dat twee weken geen realistische termijn is omdat de aanvrager zelfstandige is. De klant heeft anderzijds niet kunnen bewijzen dat die toezegging is gedaan.

Tekst in samenhang met context

Omdat de overeenkomst vóór het eerste adviesgesprek is opgezegd, meent de klant maximaal € 350 te moeten betalen. De adviseur stelt dat hij advieswerkzaamheden heeft verricht en komt tijdens de procedure met een adviesrapport op de proppen. De tekst van de overeenkomst kan niet los worden gezien van de context, aldus Kifid. Dat er maximaal € 350 wordt gerekend als het eerste adviesgesprek niet doorgaat, hangt samen met de tekst dat een deel van de advieskosten in rekening gebracht wordt als de klant tijdens het adviestraject, vóór het ontvangen van het volledige adviesrapport, de dienstverlening beëindigt. "Daarnaast staat vast dat tijdens het gesprek van 13 januari 2020 zowel voor consument als voor de adviseur duidelijk was dat er sprake was van een spoedeisend belang bij het verkrijgen van een hypothecaire geldlening." Daarom is het aannemelijk dat de oriëntatiefase al voor 4 februari overgelopen is in de adviesfase: het maximum van € 350 is niet van toepassing.

Het in rekening gebrachte bedrag is bovendien niet onredelijk, vindt Kifid. Er is een aanvraag ingediend, een adviesrapport opgesteld en een afspraak gemaakt om in elk geval het renteaanbod te bespreken. "Consument heeft weliswaar niet meer dan één renteaanbod ontvangen, maar op 3 februari 2020 was er nog tijd om bij andere geldverstrekkers een aanvraag in te dienen. Gelet op deze omstandigheden is het niet onredelijk dat de adviseur € 1.165,- in rekening gebracht heeft."

Bindende uitspraak 2020-1087

Rob van de Laar

Rob van de Laar

redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.