Een medewerker van Verzekeringskantoor Amptmeijer uit Wezep, aan de rand van de Veluwe, adviseerde en bemiddelde in 2012 voor de klagers in deze Kifid-klacht bij de totstandkoming van een bankspaarhypotheek. De adviseur gaat per 1 juni 2014 uit dienst en begint voor zichzelf. In september van dat jaar nemen de consumenten contact op met de adviseur met een vraag over een nieuwe hypotheek. De adviseur antwoordt met zijn oude e-mailadres en ondertekent het bericht met de bedrijfsgegevens van zijn ex-werkgever.
Adviesgesprekken in het pand van oud-werkgever
Een jaar later, in september 2015, benadert het stel de man opnieuw. Ze willen een nieuwe lening en daarbij hun bankspaarrekening fiscaal geruisloos overzetten naar de nieuwe geldverstrekker. Er volgen adviesgesprekken in het pand van Amptmeijer. Daar mocht de adviseur nog gebruikmaken van de ontvangstruimte en de warmedrankenautomaat.
Het gesprek leidt tot een offerte en tot omzetting van de bankspaarhypotheek van Argenta naar Aegon. De factuur die de adviseur stuurt draagt het logo van Amptmeijer. Die naam verschijnt later ook op de afrekening van de notaris.
E-mailadres na twee jaar geblokkeerd
Pas eind april 2016 stuurt Amptmeijer zelf een mail naar de consumenten. Hierin vertelt het kantoor dat de adviseur al bijna twee jaar niet meer in dienst is. Iets later wordt de adviseur ook de toegang tot het pand ontzegd. Het oude e-mailadres wordt geblokkeerd.
Aegon meldt dat geruisloze voortzetting niet mogelijk is
De consumenten komen er in het voorjaar van 2017 achter, na een telefoontje met Aegon, dat de bankspaarhypotheek niet fiscaal geruisloos kon worden voortgezet. Die had volgens de geldverstrekker moeten worden omgezet naar een andere leenvorm. Aegon stuurt een omzettingsofferte die de klanten in het najaar ondertekenen.
Kort daarna klagen de consumenten bij Amptmeijer. Die verwijst naar de oud-medewerker als aansprakelijke. De adviseur werkt inmiddels voor aan ander advieskantoor dat de klacht in behandeling neemt, maar vindt dat er geen sprake is van een tekortkoming van de adviseur. De consumenten dienen daarop bij Kifid een klacht in tegen Amptmeijer.
Schijn van vertegenwoordiging
De Geschillencommissie stelt vast dat de adviseur ten tijde van het advies in 2015 geen zelfstandige AFM-vergunning had. Hij was ook niet aangesloten bij Kifid, want daar is een AFM-vergunning voor nodig. De commissie stelt zich daarom de vraag of Amptmeijer de schijn heeft gewekt dat de adviseur het Veluws kantoor mocht vertegenwoordigen.
Het stel kon in ieder geval niet op de hoogte zijn van de breuk tussen werkgever en werknemer, oordeelt Kifid. Weliswaar stelt Amptmeijer alle klanten in juni 2014 te hebben geïnformeerd, maar de consumenten hebben daarover geen mail gehad. Die kwam pas een kleine twee jaar later. Ondertussen vond het adviesgesprek wel in het Amptmeijer-pand plaats en ontvingen ze mails en facturen met naam, logo en bedrijfsgegevens van het kantoor.
Kantoor creëerde situatie die misbruik mogelijk maakte
Volgens Amptmeijer had de adviseur geen toestemming om het briefpapier van het kantoor te gebruiken. Het e-mailadres was enkel nog actief om te kunnen printen op de bedrijfsprinter, maar de man mocht daar geen klanten mee mailen. Dat verweer vindt Kifid niet sterk. Het kantoor heeft volgens de Geschillencommissie “een situatie gecreëerd die de Adviseur in staat stelde gebruik (misbruik) te maken van het oude e-mailadres, de bedrijfsnaam, de bedrijfsgegevens en het briefpapier”.
Daarmee heeft Amptmeijer de schijn gewekt dat de adviseur tijdens de advisering nog in dienst was en het kantoor mocht vertegenwoordigen. Dat betekent dat het Wezeps adviesbedrijf ook het risico draagt van onbevoegde vertegenwoordiging.
Schade moet nog worden vastgesteld
Het kantoor is aansprakelijk voor de schade van het stel. Hoe hoog die uitvalt, moet in het vervolg van de procedure worden vastgesteld. De consumenten ramen hun schade op 24.633 euro, voor te veel betaalde ORV-premie, hogere maandlasten, de advieskosten en een langere looptijd door omzetting van de lening. Volgens de Geschillencommissie zijn dit brutobedragen en moet eventueel fiscaal voordeel nog verrekend worden. De uitspraak is bindend.