Kifid: 'Maand telt 30 dagen, 9 uur en 36 minuten'

Kifid: 'Maand telt 30 dagen, 9 uur en 36 minuten'

Verzekeraar NN stuurde een herinneringsbrief met een reactietermijn van '30 dagen' in plaats van een maand. Dat kost 44.000 euro, blijkt bij Kifid.

De vrouw die klaagt in deze Kifid-zaak is de zus van een NN-klant. Die klant sloot in 2000 een gemengde levensverzekering bij Nationale-Nederlanden. De verzekering voorziet in een uitkering van ruim € 88.000 euro bij in leven zijn op 3 februari 2028 of bij eerder overlijden van haar. Haar zus is begunstigde van de polis.

Drie herinneringen

Eind 2016 overlijdt de klant. De klager is onaangenaam verrast als blijkt dat de verzekering een bedrag van bijna € 42.000 uitkeert. Dat is minder dan de helft van wat bij aanvang van de verzekering was afgesproken. De verzekering blijkt in september 2015 premievrij te zijn gemaakt, vanwege een achterstand in de premiebetaling. De verzekeraar heeft daaraan voorafgaand drie herinneringsbrieven gestuurd. In de laatste brief geeft NN de klant 30 dagen de tijd om alsnog de achterstallige premie te voldoen. De betaling blijft uit, en NN zet de verzekering premievrij voort. De verzekeraar verzendt een nieuw polisblad met een naar beneden bijgesteld verzekerd kapitaal.

Reactietermijn

In de Kifid-bankjes draait het om de vraag of NN voldaan heeft aan de waarschuwingsplicht door een reactietermijn van 30 dagen te stellen. Volgens de wet moet de verzekeraar in een dergelijke herinneringsbrief minimaal een termijn van een maand geven om de achterstallige premie te voldoen. NN stelt dat die wettelijke termijn van een ‘maand’ moet worden uitgelegd als een termijn van ‘30 dagen’.

Bescherming

De Geschillencommissie is het daarmee oneens. Volgens Kifid wil de wetgever bij levensverzekeringen ook anderen dan de schuldenaar (de verzekeringnemer) beschermen. De begunstigde heeft immer ook belang bij het ongewijzigd voortzetten van de verzekering. “Gelet op deze beschermingsgedachte is het naar het oordeel van de Commissie niet aannemelijk dat de wetgever bij de formulering van onderhavig wetsartikel en de daarin genoemde termijn van één maand een termijn van dertig dagen voor ogen had”, aldus de uitspraak.

NN stuurde de laatste herinneringsbrief op 1 juli 2015 en gaf de verzekerde daarmee tot 31 juli om de achterstallige premie te voldoen. “Indien Verzekeraar zou zijn uitgegaan van de maandtermijn, had zij tot 1 augustus 2015 om de premies te betalen”, stelt Kifid.

Afwijking ten nadele van verzekeringnemer

Dan slaat de Geschillencommissie aan het rekenen. Want, “ook indien aansluiting wordt gezocht bij de maanden van het jaar, kan de stelling van Verzekeraar geen standhouden”, schrijft ze. Kifid komt erop uit dat een gemiddelde maand 30,4 dagen telt. Dat zijn 30 dagen, 9 uur en 36 minuten. “Dit brengt mee dat de wettelijke term ‘een maand’ ex art. 7:980 BW dan ook ten minste 30,4 dagen moet bevatten. Het uitgaan van een termijn van dertig dagen kan in dit kader dan ook worden gezien als een afwijking ten nadele van verzekeringnemer, hetgeen op grond van artikel 7:986 lid 3 BW niet is toegestaan.”

Niet voldaan aan waarschuwingsplicht

Dat de verzekering pas op 3 september 2015 premievrij is gemaakt, maakt dit volgens Kifid niet anders. “Het niet voldoen aan de waarschuwingsplicht brengt immers mee dat het rechtsgevolg van niet-betaling niet intreedt en Verzekeraar in zijn geheel niet tot het premievrij maken van de verzekering mag overgaan.”

NN moet nog bijna € 44.000 betalen. Dat is de verzekerde som van € 88.000 met aftrek van het al betaalde bedrag en de niet betaalde premies (€ 2.636). Het Kifid-advies is bindend.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.