De klager sluit in 2005 een hypotheek van € 237.000, waarbij de rente zeven jaar wordt vastgezet. Bij het aflopen van de rentevaste periode ontvangt de klager een voorstel om de rente opnieuw vast te zetten, waarbij een aantal opties worden gegeven. Klager reageert niet, zodat de geldgever een herinnering stuurt met de mededeling dat de rente opnieuw voor zeven jaar wordt vastgezet als binnen een week geen reactie volgt. De klager gaat vervolgens naar haar adviseur en komt een renteperiode van een jaar overeen. Toch wordt de rente per 1 juni 2012 vastgezet voor zeven jaar tegen een rente van 4,95%.
Boete
Drie jaar later sluit de klager een nieuwe hypotheek in verband met een verbouwing. De geldgever brengt daarop een boete van € 15.901,73 in rekening. De geldgever zegt het rentekeuzeformulier uit 2012 nooit te hebben ontvangen. De klager stapt naar Kifid en vordert terugbetaling door de adviseur van de boeterente én van € 9.598,50 aan betaalde rente tussen 1 juni 2012 en het moment van aflossing.
Niet een, maar zeven jaar
De klager stelt ervan uit te zijn gegaan dat de rente ieder jaar stilzwijgend voor één jaar werd vastgezet en er pas in 2015 achter kwam dat dat niet het geval was. Zij heeft daarom door de fout van de adviseur boeterente moeten betalen en meer rente betaald dan wanneer de rente steeds voor een jaar was vastgezet. De adviseur verweert zich door te stellen dat een medewerker op 1 juni 2012 het rentekeuzeformulier aan de geldverstrekker heeft gemaild. "De adviseur benadrukt dat dergelijke werkzaamheden normaliter door de consument zelf worden verricht. In casu is kennelijk tussen de medewerker in kwestie en consument afgesproken dat de adviseur zorg zou dragen voor het versturen van het formulier." Volgens de adviseur was de rentekeuze sowieso te laat doorgegeven en had de klager zelf moeten weten dat zij niet het tarief betaalde dat behoorde bij een éénjaarsrente.
Bewijslast bij adviseur
De geschillencommissie stelt dat het aan de adviseur is om aan te tonen dat hij het formulier heeft verzonden. "Er bestaat echter alleen een handgeschreven vermelding dat het formulier per email is verzonden. De daadwerkelijke email, of een bevestiging van verzending dan wel ontvangst kan de adviseur niet meer overleggen." Daarom gaat Kifid ervan uit dat het formulier niet is verstuurd en dat de adviseur moet opdraaien voor de schade. Die bedraagt na renteaftrek € 14.938,13.
De commissie overweegt wel dat de klager wist welk maandbedrag zij dacht te gaan betalen in de nieuwe rentevastperiode, namelijk € 809,75. Er werd echter € 977,63 afgeschreven. "Dit verschil had consument moeten opmerken." Zij had daarom zelf de schade kunnen beperken en moet daarom een derde van de schade zelf dragen. De adviseur moet daarom nog een kleine € 10.000 vergoeden aan de klant.