De man had een autoverzekering afgesloten bij Promovendum. Op 28 december 2023 ontving hij een e-mail waarin werd aangekondigd dat zijn premie per 1 februari 2024 zou stijgen van 12,81 euro naar 30,98 euro. Hij vond deze verhoging van 150 procent veel te hoog en diende daarom direct een klacht in bij de verzekeraar. Omdat de interne klachtprocedure niet tot een oplossing leidde, besloot hij zijn klacht voor te leggen aan Kifid.
'Misbruik van machtspositie'
De klant stelde dat de premieverhoging onredelijk was. Hij had voor deze verzekeraar gekozen vanwege een kortingsactie, maar nu voelde het voor hem alsof de verzekeraar misbruik maakte van zijn machtspositie. Na twee jaar zou hij ineens 150 procent meer premie moeten betalen, terwijl hij nog nooit schade had geclaimd. Bovendien vond hij andere verzekeraars die een lagere premie aanboden. Volgens de man had Promovendum niet voldoende onderbouwd waarom zo'n grote stijging noodzakelijk was.
'Premie nog steeds laag'
Promovendum voerde aan dat de premie nog steeds laag was en dat de aanpassing noodzakelijk was. Daarnaast had de verzekeraar de man zogezegd ruim op tijd geïnformeerd over de verhoging en ook duidelijk aangegeven dat hij de mogelijkheid had om de verzekering op te zeggen als hij het niet eens was met de nieuwe premie.
Niet onredelijk of onaanvaardbaar
Kifid concludeert dat Promovendum de premie mocht verhogen. De verzekeraar had voldaan aan de informatieplicht door de klant meer dan een maand van tevoren op de hoogte te stellen van de wijziging en de redenen hiervoor duidelijk uit te leggen. Hoewel de commissie begreep dat de man niet blij was met de verhoging, vond zij de stijging niet onredelijk of onaanvaardbaar. Ook omdat de consument had aangegeven dat hij zijn auto bij een andere verzekeraar goedkoper kon verzekeren, was het niet onredelijk om de premie aan te passen.
