De vrouw had een woonverzekering bij Centraal Beheer afgesloten. Er brak een brand uit in haar huis, wat schade veroorzaakte aan de woning en inboedel. Zowel Centraal Beheer als de vrouw schakelde experts in om de schade vast te stellen. Uiteindelijk ging ze akkoord met het definitieve schadebedrag van € 118.813,47.
'Experts hebben schades gemist'
Later eiste de vrouw een aanvullende schadevergoeding van € 125.179, omdat zij vond dat haar schadeclaim niet goed was afgehandeld. Ze beweerde dat Centraal Beheer de schadelijsten die ze leverde niet serieus had genomen en dat de experts sommige schades over het hoofd hadden gezien. Ook klaagde ze over het gedrag van de aannemer en schoonmaakbedrijf dat door de verzekeraar was ingeschakeld.
Zo zou hij het roet van de kozijnen niet hebben verwijderd en daar direct overheen hebben geschilderd. De vrouw moest de werkzaamheden daarom opnieuw laten uitvoeren met extra kosten tot gevolg. Ook liet de aannemer volgens haar meerdere keren bij vertrek de voordeur openstaan.
'Gebreken werden hersteld'
Centraal Beheer betoogt dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten, waar de vrouw aan gebonden is. De aannemer heeft volgens Centraal Beheer alle gebreken hersteld. Daarnaast vergoedde de verzekeraar een bedrag van € 2.500 voor herstelwerkzaamheden in eigen beheer. Deze aanvullende betaling betekent volgens de geschillencommissie niet dat de vaststellingsovereenkomst is opengebroken. Het is voor de commissie namelijk duidelijk dat dit niet de bedoeling was de verzekeraar.
Stel had eigen contra-expert
De vrouw beweerde ook dat haar man druk had ervaren om zijn handtekening te zetten en dat daarmee sprake was van ernstige gebreken bij de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst. Dit wist ze alleen niet aan te tonen. De contra-expert die het tweetal bijstond, had de gevolgen van het ondertekenen van de akte kunnen uitleggen, vindt Kifid.
De commissie concludeert dat er inderdaad sprake is van een vaststellingsovereenkomst en dat de consument daaraan gebonden is. Er zijn geen ernstige gebreken aangetoond waardoor de vaststellingsovereenkomst niet meer geldig zou zijn. Daarom wordt de vordering van de vrouw afgewezen.