De Prijsindex Koopwoningen (PBK) die 2 tot 3 maanden op de NVM-cijfers achterloopt kent een tegengesteld seizoenspatroon. Dezelfde gunstigere ontwikkelingen geldt ook voor de iets sterkere daling van de PBK in het tweede kwartaal ten opzichte van het eerste kwartaal met respectievelijk –1,9 procent en –1,6 procent. In het tweede kwartaal kwam ook het aantal geregistreerde verkopen met 34.100 woningen hoger uit dan in het eerste kwartaal (+19,8 procent). Ook laat de door het Kadaster geregistreerde transacties (44.500) een stijging zien met 10 procent. Door de nauwe relatie tussen de woningmarkt en de hypotheekmarkt nemen in het tweede kwartaal van dit jaar ook het aantal hypotheekaanvragen voor de aankoop van een woning en de toegekende hypotheken toe, met respectievelijk 10,3 en 7,6 procent.
Vooruitzichten koopwoningmarkt
‘’Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar er zijn wel onderliggende signalen die wijzen op een zachte landing van de koopwoningmarkt op kortere termijn,’’ laat De Hypotheekshop weten. De krapte op de woningmarkt neemt in de eerste helft van dit jaar toch weer wat toe. Ook durven eigenaar-bewoners hun woningen weer vaker te koop te zetten en neemt het koopvertrouwen niet verder af. Ten slotte blijkt de daling van de maximale leencapaciteit uit 2022, door de fors gestegen huishoudeninkomens weer ruimschoots hersteld te zijn in de eerste helft van 2023; met name voor de hogere inkomens. In combinatie met de nog steeds enorme (latente) woningvraag vormen deze ontwikkelingen een sterke basis voor herstel van de koopwoningmarkt, waarbij de verkoopprijzen eind 2023 al weer kunnen gaan stabiliseren of licht stijgen.
'vrije val' op nieuwbouwmarkt
De terugval van de nieuwbouwproductie lijkt zich te ontwikkelen tot een ‘’vrije val’’. De verkoop van maar 2.100 nieuwbouwkoopwoningen zakte in het tweede kwartaal met 57 procent ten opzichte van het eerste kwartaal en zakte 63 procent in vergelijking met een jaar geleden. Dit vormt ‘’een somber beeld voor de nieuwbouwproductie in de komende jaren. De val van kabinet Rutte IV zal, ook wanneer het kabinetsbeleid met betrekking tot de stimulering van de nieuwbouw van woningen niet controversieel wordt verklaard, zeker niet helpen om deze neerwaartse spiraal snel te doorbreken.’’