Monuta heeft klanten schriftelijk geïnformeerd over veranderingen die per 1 juli 2014 zouden worden doorgevoerd. Die hadden betrekking op de dienstverlening en op Solvency II. Onderdeel van de wijzigingen was een andere rekenmethode om de afkoop- en premievrije waarde van de uitvaartverzekering vast te stellen. Verzekerden konden online nagaan wat de verandering voor hen persoonlijk betekende. Een verzekerde zag dat de afkoopwaarde met 30% tot 35% was gedaald en diende een klacht in.
Om de aanpassing transparant te houden, is voor iedereen dezelfde methode gehanteerd, zo verweert Monuta zich. Die methode komt erop neer dan bij afkoop of premievrijmaking € 245 wordt ingehouden op de waarde van de verzekering. Er was geen sprake is van een aanpassing van de polisvoorwaarden of de actuariële berekeningsmethodiek, aldus de uitvaartverzekeraar.
Zillmer-methode
De geschillencommissie van Kifid denkt daar anders over: "Er kan wel degelijk gesproken worden van een wijziging van de actuariële berekeningsmethodiek. De oorspronkelijk op de verzekering van toepassing zijnde zillmer-methode is immers door verzekeraar terzijde geschoven en daarbij is besloten om op een geheel andere wijze de aan de uitvaartverzekering verbonden kosten met consument te verrekenen."
Bovendien zou de verzekerde volgens de verzekeringsvoorwaarden geen rekening hoeven te houden met een substantiële waardedaling. "De voorwaarden, waarin bovendien geen enkele wijzigingsbevoegdheid was opgenomen, bepalen dat de verzekeringnemer voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst van verzekeraar een overzicht ontvangt van de ontwikkeling van de afkoopwaarde gedurende de looptijd van de verzekering. Een dergelijke verwachting mag in een later stadium naar het oordeel van de commissie niet teniet worden gedaan. Monuta moet haar beslissing daarom ongedaan maken."