Over de milieuvriendelijkheid en overlast van deze deelscooters stond laatst een interessant artikel in het AD. Soms gaat de overlast zo ver dat de scooters achtergelaten worden op plaatsen waar dit ook wettelijk niet is toegestaan. Wie draait er dan voor de parkeerboete op?
Foutgeparkeerd
Om de zaken iets te verduidelijken maak ik een vergelijking met het uitlenen van een auto. Het komt nog wel eens voor dat enkele weken na het uitlenen bij de eigenaar van de auto de bekeuring wegens een parkeerovertreding op de deurmat valt, ondanks het feit dat de eigenaar de overtreding niet zelf heeft begaan. Er zit dan ook niets anders op om de bekeuring te betalen en om het boetebedrag terug te halen bij de lener van de auto, die de parkeerovertreding heeft begaan. In veel gevallen is immers voor een handhaver niet vast te stellen wie de betreffende auto foutief heeft geparkeerd. In dat geval gaat de bekeuring naar de kentekenhouder.
Bovenstaande situatie komt regelmatig voor en daarmee lijkt ook het antwoord op de stelling te zijn gegeven: De eigenaar van de deelscooter krijgt de boete opgelegd. In veel gevallen is dat ook zo, maar niet altijd.
Identiteit bestuurder
Sterker nog, als een bestuurder van een motorvoertuig een overtreding begaat, dan moet de boete aan deze bestuurder worden opgelegd, tenzij de identiteit van de bestuurder niet kan worden vastgesteld. Met andere woorden: als de lener van een auto een overtreding begaat en een handhaver houdt de bestuurder meteen daarop staande, dan krijgt de bestuurder de boete opgelegd. De boete mag dan niet aan de kentekenhouder worden opgelegd.
Maar hoe zit het dan als er via een huurcontract een deelscooter verhuurd is en de identiteit van de huurder bekend is. De huurder moet voor het gebruik zijn of haar identiteit immers bekend maken en de huurtijd is tot op de minuut bekend. Maakt dit dat de boete rechtstreeks aan de huurder wordt opgelegd? Normaal gesproken wel. In de wet is dit overigens vastgelegd in artikel 8 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften.
Uitspraak van de rechter
Een rechter in Rotterdam dacht daar toch anders over. Het ging om een foutief geparkeerde deelscooter. Ondanks het feit dat de huurder via het huurcontract bekend was, was de rechter van mening dat toch de verhuurder moest worden beboet. De huurovereenkomst van de betreffende scooter eindigde om 14:20 uur, terwijl de parkeerovertreding om 19:46 uur diezelfde dag werd geconstateerd. De parkeerovertreding strekte zich dus niet alleen uit tijdens de huurperiode maar ook in de tijd daarna. Omdat de huurperiode inmiddels verstreken was, beschouwt de rechter de kentekenhouder aansprakelijk. De rechter ging er daarnaast van uit dat de verhuurder voldoende tijd had om de scooter te verplaatsen, omdat men de mogelijkheid had de scooter te traceren en zodoende wist waar de scooter zich bevond. Dat zij dit niet gedaan heeft, maakt dat de boete voor haar rekening en risico moet komen.
Dit artikel wordt aangeboden door partner De Vereende – bekijk hier het partnerdossier.