Wat is er gebeurd? Een vrouw sluit op 30 september 2019 een rechtsbijstandverzekering bij Klaverblad. Eind 2019 krijgt de vrouw een beoordelingsgesprek op haar werk, waarbij haar werkgever stelt dat ze op dat moment onvoldoende naar behoren functioneert, maar dat hij haar nog een kans geeft. Nadat de consument op 25 november 2021 van haar werkgever te horen krijgt dat haar arbeidsovereenkomst zou worden beëindigd, verzoekt zij de uitvoerder op 28 november 2021 om haar rechtshulp te verlenen in het geschil met de werkgever. Klaverblad wijst dit verzoek af, omdat het geschil voor de ingangsdatum dan wel tijdens de wachttijd is ontstaan, of althans te verwachten was. Hierna schakelt de vrouw zelf een advocaat in voor het geschil met haar werkgever, waarna eind december een vaststellingsovereenkomst wordt gesloten.
Beoordelingsgesprek
De vrouw klaagt bij Klaverblad dat ze is afgewezen en beide partijen komen er niet uit. Bij Kifid meldt de verzekerde dat de uitvoerder haar verzoek om rechtsbijstand in het geschil met de werkgever ten onrechte heeft afgewezen. Zij vordert dat de uitvoerder alsnog dekking verleent voor het arbeidsgeschil en de kosten van externe rechtsbijstand, een bedrag van 1.875,00 euro, vergoedt. Ter onderbouwing van haar vordering voert ze aan dat zij erg onverwachts van haar werkgever te horen had gekregen dat haar arbeidsovereenkomst na ruim elf jaar beëindigd zou worden. De uitvoerder heeft ten onrechte gesteld dat de matige beoordeling uit 2019 heeft geleid tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in 2021. De uitvoerder kan dan ook niet aantonen dat er sprake is van een reeks van voorvallen die met elkaar verband houden. Het conflict met de werkgever is ontstaan ruim na het sluiten van de rechtsbijstandverzekering en buiten de wachttijd van de rechtsbijstandverzekering.
Volgens Klaverblad heeft de werkgever het ontslag al in 2019 aangezegd. De uitvoerder wijst in dit verband op het beoordelingsverslag en een notitie van het telefoongesprek dat op 30 november 2021 heeft plaatsgevonden tussen de consument en de uitvoerder. Het geschil met de werkgever is daarom niet verzekerd. Verder merkt de uitvoerder op dat de consument bij het sluiten van de rechtsbijstandverzekering naast de (verplichte) standaarddekking alleen de module Inkomen heeft meeverzekerd. Klaverblad stelt zich ook op het standpunt dat er geen dekking is voor het geschil met de werkgever omdat de eerste gebeurtenis in de zin van de voorwaarden voor de ingangsdatum van de rechtsbijstandverzekering heeft plaatsgevonden. Die gebeurtenis is de discussie over het gepretendeerde disfunctioneren van de vrouw.
Kifid: ‘Conflict is wél verzekerd’
Kifid: “Uit de voorwaarden volgt dat een juridisch probleem niet is verzekerd als de gebeurtenis voor de ingangsdatum van de verzekering heeft plaatsgevonden of als de verzekerde voor de ingangsdatum kon verwachten dat deze gebeurtenis zou plaatsvinden. Een gebeurtenis is volgens de verzekeringsvoorwaarden een voorval waardoor voor de verzekerde een juridisch probleem ontstaat. Voorvallen die met elkaar verband houden, gelden als één gebeurtenis. Als datum voor de gebeurtenis wordt dan de datum van het eerste voorval aangehouden.” De commissie stelt echter dat de vrouw niet kon verwachten dat zij een geschil met haar werkgever zou krijgen over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.
“De commissie kan uit het beoordelingsverslag van 14 januari 2020, dat dus na de ingangsdatum van de rechtsbijstandverzekering is opgesteld, niet afleiden dat de werkgever de consument al ontslag had aangezegd. Daaruit kan wel worden afgeleid dat de werkgever in het laatste kwartaal van 2019 heeft voorgesorteerd op andere taken voor de consument en dat er mogelijk meerdere gesprekken hebben plaatsgevonden. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de consument ook verklaard dat zij bij een target gedreven bedrijf werkte dat zeer hoge onrealistische targets stelde en dat er regelmatig gesprekken hebben plaatsgevonden over (het al dan niet behalen van) targets. Met het beoordelingsgesprek over het jaar 2019 op 14 januari 2020, dat dus na het sluiten van de rechtsbijstandverzekering heeft plaatsgevonden, heeft de consument voor het eerst een matige beoordeling gekregen. In de jaren daarvoor waren de beoordelingen, voor zover die hebben plaatsvonden, voldoende of goed. Verder heeft de consument verklaard dat zij na het beoordelingsgesprek gedeeltelijk een andere rol kreeg van haar werkgever. Tegen deze achtergrond biedt het klachtdossier onvoldoende concrete aanknopingspunten om te kunnen aannemen dat de consument op 30 september 2019, het moment waarop de consument de rechtsbijstandverzekering had gesloten, kon verwachten dat haar werkgever de arbeidsovereenkomst ruim twee jaar later zou beëindigen”, aldus de commissie.
Tegen deze achtergrond biedt het klachtdossier onvoldoende concrete aanknopingspunten om te kunnen aannemen dat de consument op 30 september 2019, het moment waarop de consument de rechtsbijstandverzekering had gesloten, kon verwachten dat haar werkgever de arbeidsovereenkomst ruim twee jaar later zou beëindigen”
De geschillencommissie geeft verder aan dat ze Klaverblad niet volgt in het standpunt dat de eerste gebeurtenis in de zin van de voorwaarden voor de ingangsdatum van de rechtsbijstandverzekering heeft plaatsgevonden. “Dat voor de ingangsdatum van de rechtsbijstandverzekering gesprekken hebben plaatsgevonden over (het niet behalen van) targets betekent niet dat daarmee vaststaat dat er jarenlang discussies zijn gevoerd over het functioneren van de consument. Het is goed denkbaar dat bij een bedrijf dat gedreven wordt door targets regelmatig gesprekken worden gevoerd over het al dan niet behalen van targets.”
Pas op 14 januari 2020, en dus na het sluiten van de rechtsbijstandverzekering, ontving de consument voor het eerst een matige beoordeling. Op dat moment was de werkgever ook nog bereid om de rol van de consument in het bedrijf nog eenmaal aan te passen. Daaruit blijkt volgens Kifid niet dat de werkgever voornemens was om de arbeidsovereenkomst met de consument te beëindigen. Klaverblad mag het geschil daarom niet van dekking uitsluiten en moet alsnog betalen. De commissie oordeelt later wat het precieze schadebedrag wordt.