Zo op het eerste gezicht kan men concluderen dat een bestuurder van de auto die ‘rechts geen voorrang verleent’ aansprakelijk is voor de schade van de andere verkeersdeelnemer. In veel gevallen is dat ook zo. Maar hoe zit het dan als ook de andere bestuurder zich in een dergelijk geval ook niet volgens de regels heeft gedragen? Is dat van invloed op de schadeafwikkeling?
Voorbeelden uit de praktijk
Aan de hand van enkele praktijkvoorbeelden zullen we dit toelichten:
Keren
Het is iedereen bekend dat bij het wegrijden uit parkeerstand, voorrang moet worden verleend aan het overige verkeer. Wanneer na een dergelijke manoeuvre een aanrijding plaatsvind met een andere auto, dan is de bestuurder die een parkeerplaats verliet aansprakelijk. Datzelfde geldt wanneer een automobilist keert op een weg en vervolgens wordt aangereden door een ander motorvoertuig. Maar wat als blijkt dat de andere bestuurder te hard reed?
In een zaak die recentelijk diende bij de Rechtbank Noord-Holland ging het om een aanrijding tussen een motorrijder en een automobilist, die keerde zonder richting aan te geven. De motor reed vervolgens de auto in de linkerflank aan. Beide partijen liepen als gevolg hiervan letsel op. Op basis van deze feiten kan men aannemen dat de kerende automobilist schuld heeft aan de aanrijding. Daar ging de rechtbank dan ook vanuit. Uit onderzoek bleek echter dat de motorrijder te hard gereden had. Hoeveel sneller dan toegestaan wordt niet duidelijk maar volgens de rechtbank gaf het schadebeeld wel aan dat dit substantieel sneller moet zijn geweest. Gelet op die omstandigheid besloot de Rechtbank om een deel eigen schuld toe te rekenen aan de motorrijder, 40% om precies te zijn.
Gordel
Helaas komt het nog voor dat inzittenden van een auto de veiligheidsgordel niet dragen. Wat heeft dit voor gevolgen als de inzittenden na een ongeval letsel oplopen als gevolg van een fout van een andere verkeersdeelnemer. Levert dat eigen schuld op? Dat hangt met name af van het letsel dat opgelopen wordt en of het niet dragen van de gordel daarop van invloed is geweest. Wanneer een been van een inzittende als gevolg van een ongeval bekneld raakt en hierdoor breekt, wellicht niet. Wanneer een passagier door een aanrijding echter met zijn hoofd de voorruit raakt en hierdoor nek- of hoofdletsel oploopt, zal eerder aangenomen worden dat het niet dragen van een gordel wel degelijk van invloed is geweest.
Opzettelijke aanrijding
Wat te denken van een automobilist, die opzettelijk een persoon aan- en overrijdt , die dreigend met een ijzeren staaf op hem, zittend in zijn auto, af loopt. Normaal gesproken worden aanrijdingen tussen voetgangers en fietsers aan de ene kant en gemotoriseerd verkeer aan de andere kant, beheerst door artikel 185 Wegenverkeerswet (WVW), waarbij eerstgenoemden worden beschermd als zwakkere verkeersdeelnemers.
U zou kunnen aannemen dat het opzettelijk aanrijden van een voetganger 100% aansprakelijkheid oplevert (punt). Echter, niet altijd. In dit uitzonderlijke geval, waarbij in de persoonlijke verhoudingen tussen betrokkenen ‘nogal wat’ aan de aanrijding vooraf was gegaan, ging het Gerechtshof te Den Bosch ervan uit dat er sprake was van 40% eigen schuld van de met de ijzeren staaf gewapende voetganger. Het gaat te ver om in dit artikel uit te leggen, hoe het toch kon gebeuren dat de voetganger uiteindelijk 75% van zijn schade vergoed kreeg.
Advies: erken geen aansprakelijkheid
De mate van eigen schuld varieert en is afhankelijk van de feitelijke omstandigheden. Er bestaat ook geen formule waarop een percentage in een bepaalde situatie kan worden afgelezen. Dat laatste geldt eens te meer wanneer het aanrijdingen betreft die zeer uitzonderlijk zijn.
Bovenstaande voorbeelden geven aan dat het advies zoals dat op het aloude Europees Schadeformulier wordt gegeven 'Erken geen aansprakelijkheid' nog steeds waardevol is. Pas als alle omstandigheden bekend zijn, kan de schadeafwikkeling op een juiste manier plaatsvinden.
Dit artikel wordt aangeboden door partner De Vereende.