Deze bijdrage is afkomstig van Sandor Weyn van Marree + Dijxhoorn Advocaten uit Amersfoort.
De schoonvader en schoondochter leggen vervolgens aanvullende verklaringen af, die op punten afwijken van de eerdere toelichting van de tussenpersoon. VCN acht de latere verklaringen niet aannemelijk en zij handhaaft haar afwijzing.
Bij Kifid komt de schoonvader terug op de verklaringen van zijn tussenpersoon. Die zouden niet juist zijn en hij weet niet op basis waarvan zijn tussenpersoon tot zijn uitlatingen is gekomen. De commissie oordeelt echter dat VCN van die verklaringen mocht uitgaan. Zij oordeelt daarnaast dat de schoonvader niet aansprakelijk is tegenover zijn schoondochter en dat VCN niet gehouden is om de schade te vergoeden.
Bij Kifid komt de schoonvader terug op de verklaringen van zijn tussenpersoon. Die zouden niet juist zijn en hij weet niet op basis waarvan zijn tussenpersoon tot zijn uitlatingen is gekomen. De commissie oordeelt echter dat VCN van die verklaringen mocht uitgaan.”
Stonden afval- en verhuiszakken bij elkaar?
Even terug naar het begin. Een schoonvader helpt zijn schoondochter met verhuizen. Zij heeft enkele zakken met spullen op haar kamer neergezet. Een deel daarvan is bestemd voor de stort en een ander deel is verhuisgoed. De schoonvader bracht per abuis de zakken met spullen die moesten worden meeverhuisd naar de stort. De tussenpersoon van de schoonvader meldt de schade bij VCN, waar hij een aansprakelijkheidsverzekering heeft.
Na de schademelding vraagt VCN aanvullende informatie. Zij stelt onder meer de vraag hoe het kon gebeuren dat het afval bij de verhuisdozen stond. De tussenpersoon van de schoonvader laat hierop weten er een aantal zakken waren die naar de woonplaats van de schoondochter moesten en dat er een aantal zakken waren die naar de stort moesten.
Nadien bevestigt de tussenpersoon desgevraagd aan VCN dat alle zakken bij elkaar stonden in het oude huis van de schoondochter. VCN wijst vervolgens tot tweemaal toe de aansprakelijkheid van de schoonvader af. Hierna legt zowel de schoonvader als schoondochter een aanvullende verklaring af; beiden geven aan dat de zakken wel degelijk apart van elkaar stonden en gelabeld waren.
'Tussenpersoon vertelt onwaarheden'
VCN wijst de claim weer af, waarbij zij opmerkt dat zij steeds nieuwe informatie ontvangt met het doel om haar alsnog dekking te laten verlenen. Zij acht de aanvullende verklaringen strijdig met de eerdere informatie. VCN stelt dat een schademelding volledig en zorgvuldig dient te gebeuren en dat ze op basis van haar eerdere beoordeling, niet tot een nieuwe beoordeling kan overgaan.
De schoonvader wendt zich tot Kifid en vordert dat VCN wordt veroordeeld tot vergoeding van de schade van zijn schoondochter. Hij stelt onder meer dat de mededelingen van zijn tussenpersoon onjuist zijn, dat hij niet weet hoe de tussenpersoon erbij komt dat de zakken bij elkaar stonden en dat hij en zijn schoondochter zich niet hebben gerealiseerd dat de labels een belangrijk detail waren om te melden. Hierdoor is het in de eerste schademelding niet opgenomen.
Verschillende verklaringen volgen elkaar op
De commissie oordeelt dat VCN mocht uitgaan van de verklaringen van de tussenpersoon, omdat VCN voor de beoordeling van een schadeclaim in beginsel afhankelijk is van de informatie die zij van haar verzekerde krijgt. VCN moet erop kunnen vertrouwen dat die informatie juist is, omdat dit van belang is voor de beoordeling van de schadeclaim. Nu de latere verklaringen afwijken van de oorspronkelijke schademelding, lag het volgens de commissie op de weg van de schoonvader om nader bewijs te leveren voor de stelling dat de zakken wel degelijk apart van elkaar stonden en gelabeld waren. Hij heeft dat niet gedaan.
In lijn met eerdere uitspraken oordeelt de commissie dat het in dit geval redelijk is dat VCN uitgaat van de informatie die haar in eerste instantie – dus voor de afwijkende aanvullende verklaringen – tot zijn beschikking stond, namelijk de verklaringen van de tussenpersoon. De commissie acht de schoonvader ook niet aansprakelijk voor het ontstaan van de schade. Zij overweegt dat de schade lijkt te zijn veroorzaakt door een ongelukkige samenloop van omstandigheden en werkt dit vervolgens uit aan de hand van de criteria van art. 6:162 van het Burgerlijke Wetboek.
Voorkomen moet worden dat de schijn ontstaat dat iemand die zijn verklaringen bijstelt, dat doet teneinde uitkering te bewerkstelligen. Voor tussenpersonen verder de tip om, waar mogelijk, verklaringen van de verzekerde één op één door te sturen.”
Praktijkles
Het is belangrijk dat de oorspronkelijke schademelding zo duidelijk en volledig mogelijk wordt toegelicht. Tegenstrijdigheden met latere verklaringen, waarvan de inhoud niet bewezen kan worden, vormen een grond om daaraan voorbij te gaan. Dat is terecht, want verzekeraars zijn bij de uitvoering van de verzekeringsovereenkomst afhankelijk van de betrouwbaarheid van de verklaringen van de verzekerde. Voorkomen moet worden dat de schijn ontstaat dat iemand die zijn verklaringen bijstelt, dat doet teneinde uitkering te bewerkstelligen. Voor tussenpersonen verder de tip om, waar mogelijk, verklaringen van de verzekerde één op één door te sturen.