Een man die per abuis benzine in plaats van diesel tankt, kan op verzekeringsdekking rekenen, terwijl iemand die per ongeluk spullen naar het grofvuil brengt, geen claim kan indienen bij zijn aansprakelijkheidsverzekeraar.
Benzine in de kampeerwagen
Een man gaat juni vorig jaar met zijn kampeerauto op vakantie en heeft de wagen allrisk verzekerd bij Nh1816. Onderweg in Duitsland moet er getankt worden; de chauffeur volgt zonder nadenken zijn routine en gooit de auto vol met benzine. Pas na vijf kilometer rijden - als de kampeerauto sputterend tot stilstand komt, realiseert hij zich dat hij diesel had moeten tanken. Maar het kwaad is dan al geschied: de auto moet worden weggesleept. Schade aan de motor: € 10.715.
Plotseling of geleidelijk?
De man claimt het bedrag bij Nh1816, maar die wil niet uitkeren. Volgens de man is het tanken van de verkeerde brandstof een plotselinge en van buiten komende gebeurtenis. De benzine is immers 'van buiten' in de tank gekomen, betoogt hij.
Nh1816 verwijst naar de polisvoorwaarden, waarin verkeerd tanken niet is genoemd als verzekerde gebeurtenis. De maatschappij is het met de man eens dat de benzine van buiten kwam, maar op het moment van toedienen is er geen schade aan het voertuig ontstaan. Nh1816 is het niet eens met de uitleg dat diesel zwaarder is dan benzine en dat daarom pas na enkele kilometers de verkeerde brandstof aan de motor is gevoerd; de diesel is direct vermengd met de toegevoegde benzine. De schade is dus het gevolg van een proces dat zich gedurende vijf kilometer rijden heeft afgespeeld, en niet van een plotselinge gebeurtenis, zo motiveert Nh1816.
Tankactie geeft de doorslag
Kifid geeft de verzekerde gelijk. "De beslissende gebeurtenis voor het ontstaan van de schade is het ongemerkt tanken van de verkeerde brandstof geweest. Deze gebeurtenis is naar het oordeel van de commissie plotseling omdat de tijdspanne van het tanken gering is." En daarmee is sprake van een plotseling van buiten komend onheil. "Hieraan doet niet af dat de schade aan de
motor feitelijk niet direct is ontstaan maar pas nadat enkele kilometers met de kampeerauto is gereden."
Het proces dat zich in de tank afspeelde, doet niet ter zake, aldus de geschillencommissie: "In het geheel is het tanken van de verkeerde brandstof de beslissende factor. Voor dekking onder artikel 2 van de voorwaarden is niet vereist dat de schade plotseling is ontstaan maar dat het gaat om een plotseling van buiten komend onheil."
Eerst even langs de stort
Een man die vorige zomer zijn schoondochter hielp met verhuizen maakte een minder gelukkige vergissing. Tijdens de verhuizing zet ze enkele zakken met spullen voor de stort en enkele zakken met spullen die moeten worden meeverhuisd op haar kamer. De schoonvader stelt voor om de zakken op één weg mee te nemen: eerst even langs de stort en dan naar het nieuwe onderkomen. Dat scheelt tijd. Een prima plan, alleen gooit de man enkele zakken met inboedel bij zijn tussenstop per abuis op de stortplaats.
Bestemming zakken niet duidelijk
Hij heeft bij VCN in volmacht een aansprakelijkheidsverzekering lopen, dus hij meldt het voorval. VCN vraagt bij de schademelding hoe dat toch heeft kunnen gebeuren en daarop laat de verzekerde via zijn tussenpersoon weten dat hij bij het verhuizen heeft voorgesteld om alle zakken tegelijk mee te nemen en via de stort te rijden. Er blijkt echter ook dat hem niet duidelijk was gemaakt welke zakken precies waarheen moesten. Dat maakt dat VCN de claim afwijst: "Benadeelde had, met de wetenschap van de inhoud van de zakken, verzekerde duidelijk in moeten lichten welke spullen bestemd waren voor de stort en welke niet." De verantwoordelijkheid ligt dus wat VCN betreft bij de schoondochter, die pas later laat weten dat de spullen waren gesorteerd en gelabeld.
Informatie in eerste instantie bepalend
Bij Kifid eist de man alsnog vergoeding van de schade, die een kleine duizend euro bedraagt. Maar die eis wordt afgewezen: pas nadat tweemaal aanvullende vragen zijn gesteld, is aangegeven dat er kennelijk wel instructies op de zakken stonden. "Hiervan heeft de consument geen nader bewijs geleverd, terwijl dit wel op zijn weg lag." Het is dan redelijk dat VCN uitgaat van de informatie die het bedrijf in eerste instantie - dus voor de aanvullende verklaringen - tot zijn beschikking stond, namelijk de verklaringen van de tussenpersoon.
Geen aansprakelijkheid
Er is geen sprake van aansprakelijkheid, oordeelt Kifid verder. Er is geen sprake van een inbreuk op een recht van de benadeelde en de man heeft niet in strijd gehandeld met een wettelijke plicht. Ook heeft hij niet in strijd met een ongeschreven zorgvuldigheidsnorm gehandeld. "De commissie overweegt dat een gedraging niet onrechtmatig wordt alleen omdat met de gedraging schade is veroorzaakt. Een gedraging is onrechtmatig wanneer de schade als gevolg van het gedrag zo waarschijnlijk is, dat de dader zich op basis van zorgvuldigheid van dat gedrag had moeten weerhouden." In dit geval is er schade ontstaan door een ongelukkige samenloop van omstandigheden. "Niet (voldoende) gesteld of gebleken is dat de schade ook zou zijn ontstaan als spullen op duidelijk wijze van elkaar waren gescheiden. De commissie neemt dan ook niet aan dat de mate van waarschijnlijkheid van schade zo groot was dat de consument zich had moeten onthouden van het wegbrengen van de zakken naar de stort."