De man, een klant van een financieel adviseur in Raamsdonkveer, sloot in 2010 een hypotheek af bij een rechtsvoorganger van Florius voor een bedrag van 163.000 euro. Het pandrecht van de eveneens afgesloten overlijdensrisicoverzekering is vertrekt aan Florius. Van een partnerverklaring is geen sprake. De man – het huis stond uitsluitend op zijn naam – ging pas later dat jaar samenwonen met de vrouw met wie hij nog weer later twee kinderen kreeg. Een samenlevingscontract is er niet; ook is het stel nooit naar de notaris geweest voor een testament.
Premies orv dalen
Dalende premies van overlijdensrisicoverzekeringen waren in 2014 voor de tussenpersoon, zoals mag worden verwacht van een goede adviseur, reden om contact op te nemen zijn klant. Die had er wel oren naar om de orv over te sluiten, omdat de premie daarmee omlaag ging. De nieuwe verzekering werd eveneens gekoppeld aan de hypotheek. Op het opdrachtformulier voor de dienstverlening staat expliciet execution only aangegeven, ofwel dat van advies geen sprake is.
Partnerverklaring is doorgehaald
De bij Dela afgesloten verzekering keert 160.000 euro uit wanneer de man overlijdt tijdens de looptijd van de verzekering. Vastgelegd is dat het bedrag in dat geval, conform de pandrechtovereenkomst, wordt uitgekeerd aan Florius. Immers: de partnerverklaring is doorgehaald. De vrouw komt er medio 2020 achter dat ze in haar geval financieel veel beter af zou zijn wanneer wel sprake zou zijn van een partnerverklaring.
Tussenpersoon had moeten adviseren
Ze speelde daarom de zwarte piet toe aan de tussenpersoon, omdat ze meent dat die zijn zorgplicht heeft geschonden door niet te wijzen op de noodzaak van (advies over) een partnerverklaring. De geschillencommissie van Kifid, waar ze uiteindelijk klaagde, gaat daar niet in mee. “Het is niet aannemelijk geworden dat de tussenpersoon bij deze execution only moest wijzen op de noodzaak van (advies over) een partnerverklaring bij het oversluiten van een traditionele overlijdensrisicoverzekering.”
Complex financieel product?
De vrouw haalde nog aan dat een levensverzekering een complex financieel product is en dat bij het afsluiten ervan een kennis- en ervaringstoets afgenomen had moeten worden. Ook zou niet zijn voldaan aan een waarschuwingsplicht. De vrouw vindt daarom dat ze recht heeft op een schadevergoeding van 160 mille.
Geen uitspraak over schade
Over een eventuele schadevergoeding doet de geschillencommissie van Kifid geen uitspraak, omdat vaststaat dat een traditionele overlijdensrisicoverzekering geen complex financieel product is. “Een dergelijke verzekering is geen complex product in de zin van de Bgfo. De persoonlijke situatie kan dit niet anders maken”, aldus de commissie in haar bindende uitspraak.
Zorgplichtschending niet aan de orde
Evenmin heeft de tussenpersoon zijn zorgplicht geschonden. “De invulling van de zorgplicht is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de consument toegelicht dat het de tussenpersoon was die contact heeft opgenomen om te kijken of de premie voor de overlijdensrisicoverzekering omlaag kon. De aanleiding en insteek van de oversluiting was dus gelegen in verlaging van de premie en dit is op basis van execution only door de tussenpersoon gerealiseerd. De commissie is van oordeel dat ook uit die achtergrond niet kan volgen dat de tussenpersoon gehouden was om te wijzen op de noodzaak van (advies over) een partnerverklaring.”
Niet meer in dienst
Overigens verklaarde de weduwe dat een medewerker van de tussenpersoon zou hebben verklaard dat hij een fout heeft gemaakt door geen partnerverklaring af te sluiten. “Die was niet meer in dienst van de tussenpersoon op het moment dat hij deze verklaring heeft afgelegd en hij verklaarde niet namens de tussenpersoon.”