Kifid: Klaverblad ziet geen heil in hoger beroep en mag rechtsbijstand weigeren

Kifid: Klaverblad ziet geen heil in hoger beroep en mag rechtsbijstand weigeren

Bij een arbeidsconflict wil een Klaverblad-verzekerde graag in hoger beroep en hiervoor gebruikmaken van haar rechtsbijstandsverzekering. De verzekeraar schat de kans op succes van de werkneemster echter laag in en weigert rechtsbijstand te verlenen. De vrouw schakelt vervolgens een vakbondsadvocaat in en wint de procedure. Ze stapt naar Kifid om met terugwerkende kracht toch een vergoeding van Klaverblad op te eisen, maar deze hoeft volgens de commissie niet de portemonnee te trekken.

Deze bijdrage is afkomstig van Mevrouw Mélanie Janssen van REX Advocaten uit Wijchen. In de Kifid Uitsprakenbank lees je haar praktijkles aan de hand van deze case.

De verzekerde heeft een rechtsbijstandverzekering bij Klaverblad. Deze wordt uitgevoerd door de uitvoerder: Klaverblad Rechtsbijstand Stichting. Partijen verschillen van mening over de vraag of er een redelijke kans op succes bestaat in een hoger beroepsprocedure. De verzekerde wenst hoger beroep in te stellen inzake een geschil met haar voormalig werkgever. Aangezien de uitkomst van het ingevolge de geschillenregeling uitgebrachte advies was dat er geen redelijke kans op succes bestond, besloot de uitvoerder verdere rechtsbijstand te weigeren. De werkneemster besloot het daar niet bij te laten zitten en heeft de hoger beroepsprocedure laten uitvoeren met behulp van een door de vakbond ingeschakelde advocaat. Deze zag, net als de consument, wel mogelijkheden voor een hoger beroep. Met succes: het gerechtshof vernietigde het vonnis van de kantonrechter en veroordeelde de voormalig werkgever tot betaling van een billijke vergoeding aan de consument. Een vergoeding waarop de vrouw volgens de kantonrechter geen aanspraak kon maken.

De verzekerde stapt vervolgens naar Kifid en vordert een vergoeding van 77.336 euro van de uitvoerder vanwege het tekortschieten in de uitvoering van de verplichtingen ingevolge de verzekeringsovereenkomst. De verzekerde stelt dat de uitvoerder het dossier niet zorgvuldig genoeg heeft bestudeerd, als gevolg waarvan een onjuiste inschatting is gemaakt van de kansen in hoger beroep. Verder stelt de consument dat de door het gerechtshof toegekende vergoeding veel hoger zou zijn uitgevallen wanneer de uitvoerder meteen rechtsbijstand had geboden. Er was dan namelijk veel meer tijd geweest om de hoger beroepsprocedure voor te bereiden. Het gevorderde bedrag wordt door de consument onderbouwd door het feit dat een andere door haar benaderde advocaat had voorgesteld een billijke vergoeding van 100.000 euro te vorderen. De vrouw kon deze advocaat echter geen opdracht geven haar bij te staan, omdat de kosten van rechtsbijstand dan voor haar eigen rekening zouden zijn gekomen. De vergoeding van 100.000 euro verminderd met het door het gerechtshof toegekende bedrag en vermeerderd met nog een aantal andere schadeposten, komt uit op de vordering van de consument.

Kifid: Klaverblad weigerde rechtsbijstand terecht

De geschillencommissie stelt voorop dat hetgeen in de polisvoorwaarden van de rechtsbijstandverzekering staat vermeld, als uitgangspunt geldt bij de beoordeling. Op grond van deze voorwaarden hoeft de uitvoerder geen rechtshulp meer te bieden wanneer een redelijke kans op succes ontbreekt. Pas na toepassing van de geschillenregeling, met als uitkomst dat een redelijke kans op succes ontbreekt, stopt de rechtshulp definitief. Indien de consument het gewenste resultaat alsnog (met een op eigen koste ingeschakelde advocaat) behaalt, vergoedt de uitvoerder de door de consument gemaakte kosten. Deze voorwaarden heeft de uitvoerder volledig nageleefd.

Pas na toepassing van de geschillenregeling, met als uitkomst dat een redelijke kans op succes ontbreekt, stopt de rechtshulp definitief. ”

Van het door de consument gestelde tekortschieten is volgens de geschillencommissie dan ook geen sprake geweest. Het enige verwijt dat de uitvoerder mogelijk kan worden gemaakt, is dat de geschillenregeling voortvarender toegepast had kunnen worden. Nu zat er een periode van anderhalve week tussen het innemen van het afwijzende standpunt door de uitvoerder en het in gang zetten van de geschillenregeling bij de Orde van Advocaten. Dit terwijl de verzekerde al op de dag waarop het afwijzende standpunt werd ingenomen, een beroep op de geschillenregeling had gedaan. Door de verzekerde is echter niet voldoende toegelicht/onderbouwd dat hierdoor schade zou zijn ontstaan. De geschillencommissie wijst de vordering dan ook af. De uitspraak is bindend.

Deze bijdrage is afkomstig van Mevrouw Mélanie Janssen van REX Advocaten uit Wijchen. In de Kifid Uitsprakenbank lees je haar praktijkles aan de hand van deze case.

Redactie

Redactie

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.