Kifid: Bestuurder heeft verzekeraar niet misleid, Bovemij moet schade vergoeden

Kifid: Bestuurder heeft verzekeraar niet misleid, Bovemij moet schade vergoeden
Toyota is het populairste automerk bij dieven

Verzekeraar Bovenmij concludeert na onderzoek dat een autobestuurder opzettelijk een onjuiste schadeoorzaak heeft opgegeven om zo de claim onder het Waarborgfonds vergoed te krijgen en te voorkomen dat hij in schadevrije jaren zou terugvallen en eigen risico zou moeten betalen. Kifid oordeelt echter dat de verzekeraar niet heeft aangetoond dat er opzet in het spel was.

Begin vorig jaar parkeert de bestuurder zijn auto om met zijn vrouw boodschappen te gaan doen. Bij terugkomst bij de auto ontdekken ze schade waarvan ze menen dat die niet eerder aanwezig was en ze vermoeden dat een auto tegen hun stilstaande voertuig is gebotst. De automobilist laat de schade herstellen voor een bedrag van 2700 euro en meldt de schade bij de verzekeraar.

Bovemij schakelt vervolgens Dekra in om onderzoek te doen naar de schade. Deze meldt aan de verzekeraar dat er geen sporen zijn aangetroffen van een ander voertuig. “Wel zijn er sporen van steen aangetroffen. Uit dit rapport is af te leiden dat er geen sprake is van een aanrijding met een motorvoertuig.”

Fraude

De verzekeraar stuurt vervolgens een brief naar de bestuurder waarin wordt gesteld dat hij fraude heeft gepleegd. De consument heeft volgens de verzekeraar opzettelijk onjuiste informatie verstrekt over het ontstaan van de schade en zo geprobeerd de schade op het Waarborgfonds te verhalen zodat hij geen terugval zou hebben in zijn schadevrije jaren. In diezelfde brief informeert de verzekeraar de man dat hij geen uitkering verstrekt, de verzekering beëindigt en de persoonsgegevens meldt bij de verwijzingsregisters. De bestuurder reageert hierop door aan te geven dat de verzekeraar zelf het Waarborgfondsschade heeft aangemerkt en niet hijzelf. Beide partijen komen er niet uit en kloppen aan bij Kifid.

Voor de gang naar Kifid wordt gemaakt, schakelt Bovemij Ongevallen Analyse Nederland (OAN) in om de schade opnieuw te onderzoeken. Deze stelt dat de auto van de bestuurder zelf voorwaarts rijdend tegen een ‘vast object’ is gebotst en dat het kan dat de bestuurder deze schade niet eerder heeft gezien in verband met de plaatsing van de schade (laag en aan de rechterzijde). Wel stelt OAN dat het ‘aannemelijk’ is dat de schade destijds moet zijn gehoord en gevoeld.

Geen/wel opzet?

De enkele omstandigheid dat de schade anders is ontstaan dan de automobilist heeft gemeld, is volgens hem onvoldoende om hem van fraude te beschuldigen en zware maatregelen te treffen. Uit niets volgt namelijk dat hij de onjuiste informatie opzettelijk heeft verstrekt. De bestuurder beschuldigt Bovemij ervan dat de verzekeraar heeft nagelaten om gedegen onderzoek te doen naar de mogelijkheid dat er geen sprake was van opzet. Ook is de rapportage van OAN onvoldoende om te concluderen dat hij opzettelijk onjuiste informatie heeft verstrekt. In het rapport wordt geconcludeerd dat het aannemelijk is dat de consument de schade had kunnen horen of voelen, maar niet dat hij dit per definitie heeft opgemerkt.

Ten tweede is het feit dat een claim is ingediend bij het Waarborgfonds onvoldoende om te spreken van opzet tot misleiding. De consument heeft allerlei papieren ontvangen van de verzekeraar, waaronder papieren voor het Waarborgfonds, met het verzoek deze ingevuld terug te sturen. Hij heeft alles ingevuld en geretourneerd aan de verzekeraar, maar hij heeft nooit expliciet aangegeven dat de claim bij het Waarborgfonds moet worden ingediend. De verzekerde heeft, anders dan de verzekeraar, hier ook geen financieel belang bij omdat hij volledig casco is verzekerd.

Het feit dat een claim is ingediend bij het Waarborgfonds is onvoldoende om te spreken van opzet tot misleiding.”

Bovemij stelt op zijn beurt dat de consument opzettelijk een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven over de toedracht van de schade zodat hij de schade vergoed zou krijgen, deze vergoeding geen gevolgen zou hebben voor zijn premiekorting en hij het eigen risico van het Waarborgfonds niet zelf hoefde te betalen. Ook stelt de verzekeraar dat de consument en zijn vrouw verklaarden dat zij de auto zonder schade hebben geparkeerd, maar op basis van de bevindingen van de experts is dit onmogelijk. De experts hebben geconcludeerd dat de schade is ontstaan doordat de auto rijdend een ander vast object heeft geraakt. Deze aanrijding moet dan wel door de bestuurder van de auto zijn gevoeld, gehoord of bemerkt.

Te snel van opzet uitgegaan

De commissie oordeelt dat de verzekeraar onvoldoende kan aantonen dat er sprake is van misleiding. Hierbij is van belang dat de bestuurder de schadeclaim rechtstreeks bij de verzekeraar heeft ingediend, en niet bij het Waarborgfonds. Hij wist dat hij volledig casco was verzekerd en dat een schadeclaim op zijn eigen verzekering van invloed zou zijn op zijn schadevrije jaren en op zijn eigen risico. “Nergens in de initiële claimmelding heeft de verzekerde de verzekeraar gevraagd om de claim ook bij het Waarborgfonds in te dienen. Het is de verzekeraar zelf geweest die allerlei papieren aan de consument heeft toegestuurd, waaronder papieren voor het Waarborgfonds, en hem heeft verzocht de papieren in te vullen. De autobestuurder is alleen op het verzoek van de verzekeraar ingegaan door de documenten in te vullen en te retourneren”, aldus de commissie.

Dat de consument heeft vastgehouden aan zijn verklaring dat hij de schade pas heeft ontdekt nadat hij terugkwam van het boodschappen doen, terwijl OAN heeft geconcludeerd dat de schade toen al aanwezig moest zijn, maakt het oordeel van de commissie niet anders. Nergens blijkt namelijk uit dat de consument onjuist heeft verklaard over de oorzaak van de schade aan zijn auto met de bedoeling te voorkomen dat hij zou terugvallen in no-claim korting en het eigen risico moest betalen. Zoals de verzekeraar zelf heeft erkend, bood de verzekering dekking. De commissie is verder ook niet gebleken dat de opzet is ontstaan na ontvangst van de stukken voor het Waarborgfonds. De initiële claim van de consument is niet gewijzigd gedurende de claimafhandeling en op geen enkele manier blijkt uit de stukken dat de automobilist actief heeft gestuurd op het indienen van een claim bij het Waarborgfonds. Sterker nog, de bestuurder heeft in zijn bezwaren telkens aangegeven dat de claim onder de verzekering moet worden vergoed. De verzekeraar heeft op zijn beurt nagelaten navraag te doen of de consument een claim bij het Waarborgfonds wilde indienen of om een toelichting te geven op de claim.

Nergens blijkt namelijk uit dat de consument onjuist heeft verklaard over de oorzaak van de schade aan zijn auto met de bedoeling te voorkomen dat hij zou terugvallen in no-claim korting en het eigen risico moest betalen”

De commissie oordeelt dan ook dat de verzekeraar onvoldoende bewijs heeft aangedragen waaruit volgt dat de consument hem opzettelijk heeft geprobeerd te misleiden. De verzekeraar dient de beëindiging van de verzekering met terugwerkende kracht ongedaan te maken, de teveel betaalde premie voor de Vereende (die de verzekerde afsloot omdat zijn verzekering bij Bovemij werd geannuleerd) terug te betalen en de schadeclaim in behandeling te nemen. De uitspraak is bindend.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.