Van Rooijen vertegenwoordigde een Achmea-klant bij de tuchtraad. De schadeverzekeraar stelde onderzoek in nadat de man vijf keer met een autoschade te maken had. De tuchtraad - Kifid verwees de zaak hiernaar door in verband met de tuchtrechtelijke aspecten - constateerde dat alles uit de kast is gehaald om het bewijs te leveren dat de man heeft gefraudeerd. Overigens zonder dat het bewijs daarvoor is geleverd en de autoeigenaar zelf is gehoord over de onderzoeksbevindingen.
Achmea was weinig kritisch
Achmea wordt vooral verweten te weinig kritisch te zijn geweest over de manier waarop fraudeonderzoek is gedaan en de conclusies die zijn getrokken. Achmea heeft onder meer verzuimd iemand die niet rechtstreeks bij het onderzoek betrokken kritisch naar het onderzoek en de uitkomsten daarvan te laten kijken. Achmea besloot met de eerste uitkomsten in de hand de personalia van de man op te nemen in de frauderegisters en de verzekering op te zeggen.
Geen sprake van fraude
Via zijn advocaat kwam de gedupeerde automobilist in contact met Van Rooijen, die op verzoek van de man onderzoek instelde naar een aanrijding, waarbij Achmea opzet vermoedde. Van Rooijen stelde vast dat geen sprake is geweest van fraude. Experts die betrokken waren bij de zaak werden eerder overigens al berispt en gewaarschuwd door de tuchtraad van Nivre vanwege het slordig uitgevoerde onderzoek.
Niet zomaar signaleren
De uitspraak van de Tuchtraad Financiële Dienstverlening betekent volgens Van Rooijen dat verzekeraars “in elk geval niet meer zomaar mogen signaleren. Zij zullen alle onderzoeken waaruit een vermoeden van fraude zou kunnen voortkomen, eerst moeten voorleggen aan een los van het onderzoek staande deskundige.” Pas als die onderschrijft dat sprake is van goed en deskundig uitgevoerd onderzoek, kan de verzekeraar overgaan tot vervolgstappen, meent hij.
Verzekerden wijzen op consequenties
“Stap twee bestaat uit het overleggen van alle bescheiden aan de verzekerde en hem wijzen op de gevolgen van het onderzoek en de daarmee samenhangende consequenties. De verzekerde wordt daarmee in de gelegenheid gesteld om op de ontvangen bescheiden te reageren. Pas daarna mag de verzekeraar het verdere traject in gang zetten; dus royeren, signaleren en verhalen of niet uitkeren”, aldus Van Rooijen. Hij geeft aan dat het voor de hand ligt dat de los van het onderzoek staande deskundige omwille van de neutraliteit in overleg met de verzekerde moet worden aangesteld.
Achmea wil niet reageren
Achmea is gevraagd of lering is getrokken uit de uitspraak. Woordvoerder Marco Simmers meldt dat de verzekeraar geen behoefte heeft om te reageren.