In juni van 2010 krijgt de zoon van de klant een ongeluk met ernstig letsel. De man heeft een aansprakelijkheidsverzekering met gezinsdekking, waar hij een beroep op doet. De schade valt echter fors hoger uit dan de maximale dekking van de polis. Een verschil van vier ton. De man stapt naar Kifid, omdat hij van mening is dat zijn tussenpersoon hem een hogere dekking had moeten adviseren.
Volgens hem was een verzekerde som van vijf ton vanaf 2010 al niet meer gangbaar voor dit type verzekering. De klant verwijst hierbij naar het besluit van ASR om in 2013 het verzekerd bedrag naar 1.250.000 euro te verhogen, omdat er inmiddels hogere bedragen werden geclaimd en rechters vaker hogere claims toewezen.
Portefeuille-overname
De huidige adviseur nam de polis van de man in 2008 overgenomen nadat de eerste adviseur failliet ging. Volgens de nieuwe adviseur heeft hij pas een jaar na de overname inzicht gekregen in de omvang van de portefeuille. Op basis van een screening heeft de adviseur bepaald welke klanten eerst bezocht zouden worden. De verzekering van de man was geen complex product, waardoor er geen aanleiding was om hem direct te bezoeken.
‘Geen minderwaardige polis’
De adviseur zegt dat de dekkingsmaxima pas in de periode van 2012 tot en met 2014 voor dit type verzekering zijn gaan stijgen. Een verzekerde som van 500.000 euro was in de periode van 2008 tot en met 2010 gebruikelijk. Hij stelt dat er in 2010 geen sprake was van een minderwaardige polis.
Trend niet bewezen
Kifid geeft de adviseur daar gelijk in, omdat er onvoldoende bewijs is dat tussen 2008 en het ongeluk een trend zichtbaar was bij verzekeraars om de dekkingsmaxima bij lopende aansprakelijkheidsverzekeringen te verhogen naar 1.250.000 euro of meer. Daarnaast kon de adviseur niet weten dat een bedrag van vijf ton ontoereikend zou zijn als er in diezelfde periode schade zou plaatsvinden.
