“Waar mogelijk nemen we onze verantwoordelijkheid om het klimaat te beschermen en de negatieve impact van klimaatverandering te mitigeren. Juist vanuit risicomanagementoogpunt is dit zeer relevant”, zegt NN Non-life financial risk manager Donny Bleekman.
Verschillende soorten risico’s
Onderscheid wordt gemaakt op basis van drie categorieën: fysieke risico’s, aansprakelijkheidsrisico en transitierisico. Onder de eerste categorie vallen de risico’s die als gevolg van toenemende, en meer intense, weer gerelateerde evenementen door klimaatverandering – zoals overdadige neerslag, storm en overstromingen of juist extreme hitte en droogte – zullen leiden tot een veranderend schadepatroon voor NN.
De tweede categorie betreft mogelijke aansprakelijkheidsstelling door derden. Dat kan door een consument in geval van nalatigheid van een NN-verzekerde (bijvoorbeeld uit hoofde van een bedrijfsaansprakelijkheidsproduct) of door externe partijen, zoals aandeelhouders, vanwege het niet voldoen aan compliance regels (bijvoorbeeld als gevolg van incorrecte ESG-publicaties).
Transitierisico heeft vooral te maken met toekomstige beleidswijzigingen als gevolg van klimaatverandering. “De Nederlandse overheid kan in de toekomst besluiten om de CO2-uitstoot drastischer te gaan reduceren. Dit kan door bijvoorbeeld een CO2-belasting te gaan heffen zoals bij vliegtuigen al het geval is. In dat geval komt het businessmodel van onze klanten onder druk, wat vervolgens ook weer impact heeft op onze bedrijfsvoering”, ligt Bleekman toe.
“Met name voor het transitie- en aansprakelijkheidsrisico is het in kaart brengen van onze carbon footprint essentieel. En weten we waar in onze portefeuille, zowel aan de investeringen- als de voorzieningenkant, de grootste ‘hotspots’ liggen. Zo willen we beter kunnen anticiperen op toekomstige ontwikkelingen en onze maatschappelijke rol vervullen op het gebied van verduurzaming”.
Methode van het gewogen gemiddelde
Voor het rapporteren van de underwriting carbon footprint is er vanuit het Chief Risk Officers (CRO) Forum, waaraan ook NN deelneemt, een werkgroep ontstaan die er een methodologie voor heeft ontwikkeld. Daarin is de zogeheten Weighted Average Carbon Intensity (WACI) methode volgens Bleekman cruciaal. “Vooral omdat bij deze methode rekening is gehouden met het feit dat meerdere verzekeringen van toepassing kunnen zijn op één object. Want stel: je hebt een inboedelverzekering én een opstalverzekering op hetzelfde huis en laat daar een absolute berekening op los, dan wordt de CO2-uitstoot van het huis twee keer meegenomen in de totale carbon footprint.”
Nog genoeg uitdagingen
Hoewel de WACI methode guidance geeft en handvatten biedt, staan verzekeraars nog steeds voor een aantal grote uitdagingen, meent Bleekman. “Bijvoorbeeld ten aanzien van de vraag tot welk niveau van detail je kunt gaan. Het kwantificeren van CO2-uitstoot op land- of sectorniveau is een van de mogelijkheden, maar wij denken dat we genoeg data in onze portefeuille hebben om tot op polisniveau, en dus op veel nauwkeuriger wijze, de CO2-uitstoot te berekenen.”
Tegelijkertijd erkent hij dat dat laatste wel extra complicaties met zich meebrengt. “Zo weten veel bedrijven in onze corporate portefeuilles niet wat hun daadwerkelijke CO2-uitstoot is, waardoor we genoodzaakt zijn om hier een inschatting van te maken op basis van de CO2-uitstoot per sector. Die gegevens zijn echter vaak niet actueel omdat hiervoor data van het CBS nodig is en dit soms één a twee jaar later gepubliceerd wordt. Hierdoor kan de CO2-uitstoot hoger of lager worden berekend dan deze daadwerkelijk is.”
“Hetzelfde probleem doet zich voor bij inboedel- en opstalverzekeringen van particuliere klanten. Waar we de CO2-uitstoot per huishouden bepalen op basis van het aantal personen in een huishouden, het type woning, het bouwjaar en de vierkante meters aan woonoppervlakte. Maar ook hier gaat het weer om een ruwe schatting.”
Bleekman ziet dan ook veel kansen weggelegd voor NN om hier de engagement met klanten aan te gaan. “Door hen vanuit onze kernwaarden ‘care, clear en commit’ te helpen hun CO2-uitstoot beter te meten en inzichtelijker te krijgen, kunnen zij ook gerichter CO2-reductiemaatregelen nemen. Op die manier dragen we vanuit onze risicomanagementrol samen met onze klanten bij aan een meer duurzame leefomgeving.”