Zelfstandig recht
Waarschijnlijk wil uw klant liever niet dat de partner van de begunstigde er bij scheiding met de helft van de uitkering vandoor gaat. Als uw klant denkt dat de uitsluitingsclausule in zijn testament dat voorkomt, dan moet u hem gauw uit deze droom helpen. Want die uitkering wordt verkregen krachtens een ‘zelfstandig recht’ en vormt dus geen onderdeel van de nalatenschap. Ook al voelt de begunstigde dat misschien wel zo. En ook al zegt artikel 13 van de successiewet dat de uitkering wel als (fictieve) erfrechtelijke verkrijging wordt belast.
Hoe zit het eigenlijk?
Bij stellen die vóór 1 januari 2018 zijn getrouwd of als partner zijn geregistreerd, vallen erfenissen en giften in de (algehele) gemeenschap van goederen. Die moeten dus bij scheiding gewoon fiftyfifty worden verdeeld, tenzij de overledene of de schenker een uitsluitingsclausule had gemaakt. Werd de relatie na die datum geformaliseerd, dan valt een verkrijging ‘krachtens erfrecht of gift’ niet in de (beperkte) gemeenschap van goederen.
Nu zagen we al dat de verzekeringsuitkering niet wordt verkregen ‘krachtens erfrecht’. Maar omdat de aanwijzing van een begunstigde in beginsel wél wordt gezien als een gift (artikel 7:188 lid 1 BW), is de uitkering voor de begunstigde bij scheiding vaak toch gered.
Uitzondering op uitzondering
Echter, als de ex-partner aannemelijk maakt dat met de levensverzekering werd voldaan aan een dringende morele verplichting, dan valt de uitkering weer wél in de beperkte gemeenschap. En moet zij bij scheiding dus worden gedeeld. Tenzij de uitkering als zodanig ‘verknocht’ wordt aangemerkt, dat zij toch niet in de gemeenschap valt. Of tenzij er huwelijkse of partnerschapsvoorwaarden zijn gemaakt waaruit iets anders voortvloeit. Of tenzij de uitkomst op basis van al deze regels extreem onredelijk is.
Kortom, het is uitzondering op uitzondering. En dat maakt het niet alleen onbegrijpelijk voor uw klant, het is ook voer voor scheidingsadvocaten als de begunstigde gaat scheiden. Zeker bij een grote verzekeringsuitkering is de kans op gedoe bij scheiding groot.
Gek eigenlijk
Uw klant dacht dat hij of zij met een testament alles goed geregeld had. En nu gaat u vertellen dat de bepalingen van het testament waarschijnlijk helemaal niet van toepassing zijn op de verzekeringsuitkering die hij of zij ‘nalaat’. Een uitkering die misschien wel groter is dan de erfenis. Da’s best gek eigenlijk.
Gelukkig kunt u gelijk de oplossing aandragen. Als uw klant zichzelf aanwijst als begunstigde of als er sprake is van een ‘blanco polis’ (art. 7:967 lid 8 BW), valt de uitkering in de nalatenschap en dan gelden de testamentaire bepalingen ook voor de verzekeringsuitkering. Anders dan als ‘de erfgenamen’ of ‘de nalatenschap’ als begunstigde zijn aangewezen (art. 7:967 lid 4 respectievelijk 5 BW), want dan verkrijgt de begunstigde krachtens een zelfstandig recht.
Bewust maken
Een levensverzekering afsluiten is veel meer dan het noemen van een bedrag en een begunstigde. Door de simpele vraag te stellen: ‘Wat als de begunstigde gaat scheiden?’ zet u uw klant aan het denken. Zodra hij zich realiseert dat er een probleem is, kunt u uw meerwaarde als adviseur laten zien.
Houdt uw klant er rekening mee dat de begunstigde gaat scheiden? Dan is het goed om hem eens door te sturen naar iemand met verstand van deze weerbarstige materie. Zoals een notariële estate planner. Voorkomen is immer beter dan genezen. Maar dat weet u als verzekeringsadviseur als geen ander.
Deze blog is geschreven in opdracht van Monuta door mr. Martijn van Valburch. Hij is kandidaat-notaris bij Dijkman & van Doorn notariaat – estate planning en EPN-gecertificeerd estate planner.
Dit is een partnerbijdrage. Bekijk hier een volledig overzicht van partnerberichten van Monuta.