Een echtpaar sluit in 2017 een hypotheek via de Woerdense vestiging van Huis & Hypotheek. In zowel de opdracht tot dienstverlening als het adviesrapport staat dat beheerkosten in rekening worden gebracht voor nazorg. Die bedragen voor deze klant 10,25 euro per maand (123 euro per jaar).

In beide documenten licht de hypotheekadviseur deze nazorgovereenkomst als volgt toe:

“Beheerkosten betaalt u aan ons zodat wij u doorlopend de juiste diensten kunnen leveren. Er is geen sprake van een abonnement en het is niet mogelijk om de beheerkosten op te zeggen of anderszins te beëindigen.”

Als de klant toch stopt met betalen, zo staat er, dan eindigt ook de dienstverlening en is hij verplicht een andere tussenpersoon te zoeken. “Het risico daarvan en de kosten daarvoor komen vanzelfsprekend volledig voor uw rekening”, aldus de voorwaarden.

Nazorgplicht uit Wft kan niet ontractueel worden uitgesloten

Al een paar maanden na het aangaan van de overeenkomst, zegt het stel die toch op. De hypotheekadviseur weigert die opzegging. “Het is niet mogelijk de doorlopende dienstverlening waarvoor beheerkosten in rekening worden gebracht stop te zetten, omdat de adviseur een wettelijke verplichting heeft die werkzaamheden uit te voeren”, luidt zijn argumentatie als de zaak bij Kifid voorkomt.

De Geschillencommissie stelt vast dat een adviseur voor de wettelijke nazorgverplichting geen vergoeding in rekening mag brengen. Die publiekrechtelijke verplichtingen (onder andere uit de Wft) kunnen bovendien niet contractueel worden uitgesloten. Eventuele afspraken over een meeromvattende vorm van nazorg kunnen volgens de commissie stopgezet worden binnen een redelijke opzegtermijn.

Bepalingen adviseur onhoudbaar

“De bepalingen in de adviesdocumentatie waarin het opzeggen van de beheerwerkzaamheden wordt uitgesloten kunnen geen stand houden”, concludeert de Geschillencommissie. Adviseur en klanten zijn geen opzegtermijn overeengekomen. Kifid bepaalt dat een maand een redelijke termijn is. De adviseur moet de betaalde beheerkosten sinds september 2017 daarom terugbetalen.

Recht op kosteloze wettelijke nazorg blijft

De commissie benadrukt dat de adviseur hierna nog steeds de (kosteloze) wettelijke nazorg aan het stel moet blijven verlenen. De uitspraak is niet-bindend.

Het is niet voor het eerst dat Kifid een uitspraak doet over de beëindiging van een nazorgabonnement. In 2016 oordeel de Geschillencommissie dat een Friese adviseur moest accepteren dat zijn klant het abonnement opzegde en toch recht zou houden op de wettelijke nazorg.