De adviseur uit Terneuzen komt in 2014 bij de consumenten thuis voor een gesprek. Naar aanleiding daarvan stort het echtpaar twee keer 10.000 euro in deposito’s van Monuta. Ze ontvangen 3 procent rente op jaarbasis. In 2018 overlijdt de man en kunnen de kosten van de uitvaart betaald worden uit zijn fonds. Het restant van 1.000 euro wordt automatisch in het deposito van de vrouw gestort, dat inmiddels Uitvaartfonds heet.
Nieuw deposito
Als de klant daarover klaagt, blijkt er bij Monuta niets mogelijk. Als er geld overblijft na een uitvaart, wordt dat altijd in een nieuw deposito gestort. Eventueel voor een erfgenaam. De vrouw wil dat niet omdat er bij haar eigen overlijden waarschijnlijk ook geld zal overblijven en haar kinderen vervolgens ook voldoende voor hun uitvaartkosten verzekerd zijn. De klacht schuift door naar Kifid.
Schikking
De adviseur biedt de vrouw aan om te schikken voor 750 euro en tijdens de zitting wordt dat aanbod zelfs verhoogd tot 1.000 euro. De consument weigert, omdat deze schikking geen oplossing biedt voor haar bestaande Uitvaartfonds. Ze eist dat de regeling wordt uitgevoerd zoals zij het begrepen had: ook bij haar uitvaart dient het restant uitgekeerd te worden.
Geen gespreksverslag
In het verweer zegt de adviseur dat de consument via Monuta bij het kantoor terechtkwam. Degene die langsging zou volgens hem ook de voorwaarden besproken hebben, ook in het bijzijn van de dochter van het echtpaar. “Ze […] heeft verteld dat het eventuele restantbedrag bij de langstlevende bijgeschreven zou worden en daar waren zij het toen mee eens. Helaas is er geen gespreksverslag gemaakt.”
Geen voorwaarden
Vanwege het ontbreken van de gespreksverslagen kan Kifid niet controleren of de adviseur de consument op de hoogte heeft gesteld van de voorwaarden, en of die voorwaarden ook voorafgaand of vlak na het sluiten van de overeenkomst zijn toegestuurd. De klant meent dat de voorwaarden pas voor het eerst boven tafel kwamen na het overlijden van haar man.
Getekend voor akkoord
Het feit dat de klant wel tekende voor kennisneming van de voorwaarden op het aanvraagformulier, pleit de adviseur niet vrij. Het toont volgens de commissie wel aan dat de consumenten wel wisten waar de voorwaarden te vinden waren. Het eigen schuld-percentage zet Kifid daarom op 25 procent.
Schade
Kifid vindt het aannemelijk dat als de klant de voorwaarden gekend had, zij geen Uitvaartdeposito had gesloten. Dat zij nu niet vrijelijk over de 1.000 euro kan beschikken, is volgens Kifid daarom het schadebedrag. Het feit dat het bedrag ook in haar deposito zit, doet daar niets aan af.
Geen einde deposito
De eis over het beëindigen van haar eigen deposito wijst Kifid af omdat het buiten de invloedssfeer van de adviseur ligt. Of er in haar geval ook schade is, kan bovendien pas vastgesteld worden na het overlijden van de consument. De commissie acht de adviseur niet gehouden aan een compensatie. De uitspraak is niet bindend.