Rabobank moet boetevrij aflossen eerbiedigen

Het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening heeft Rabobank op de vingers getikt omdat het een klant onterecht de mogelijkheid had ontzegd om zijn hypotheek vervroegd boetevrij af te lossen. Dat de klant die afspraak had gemaakt met een rechtsvoorganger van Rabobank doet volgens Kifid niet ter zake. De coöperatieve bank moet de klant alsnog de mogelijkheid bieden om eenmalig intern boetevrij over te sluiten.

De klant sloot op 1 augustus 2006 bij Friesland Bank een hypothecaire geldlening afgesloten met een Marge Plus Rente. Op 4 juni 2009 komen beide partijen overeen dat de klant bij interne oversluiting zijn hypotheek geheel boetevrij mag aflossen. Nadat Rabobank in 2012 Friesland Bank overneemt, laat het in in oktober 2013 aan de klant weten dat diens hypotheek nu ook is ondergebracht bij Rabobank. Op de vraag van de klant of de oude afspraak over het boetevrij aflossen ook nog staat, antwoordt Rabo: “De afspraak waar u naar refereert is een persoonlijke afspraak die u met een accountmanager (…) heeft gemaakt. Deze afspraak wijkt af van de voorwaarden van de Marge Plus Hypotheek. Deze afspraak is bij de overgang van uw hypothecaire lening (…) dan ook komen te vervallen. U heeft de vrijheid gekregen om een nieuw rentecontract aan te gaan. De rentestand is op het moment erg laag. Dit betekent dan ook dat dit u een behoorlijke rentebesparing oplevert. Op jaarbasis bespaart u namelijk meer dan € 1.900. Ook heeft u geen renterisico meer. Daarnaast mag u nu 20% boetevrij van de hoofdsom aflossen. Dit was 10% (...). Al met al zijn dit meer voordelen, dan nadelen.

Eenzijdig opzeggen van gemaakte afspraken
De klant gaat hier in eerste instantie mee akkoord maar wil in mei 2015 toch terugvallen op de afspraak met Friesland Bank, ook omdat een neef van de klant er wel met succes een beroep of heeft kunnen doen. De geschillencommissie ziet dat laatste niet als argument, maar geeft de klant wel gelijk als het gaat om het eenzijdig opzeggen van gemaakte afspraken. “De Commissie oordeelt dat het aanbod dat op 4 juni 2009 door de Bank werd gedaan dient te worden gekwalificeerd als een onherroepelijk aanbod in de zin van artikel 6:219 lid 3 Burgerlijk Wetboek (BW). Op het moment dat een aanbod wordt gedaan om, indien en op het moment dat Consument dat wenst, boetevrij de hypothecaire geldlening af te lossen, kan dat aanbod in beginsel niet op een later moment worden ingetrokken.”

Wel zeg de commissie een kanttekening bij het open karakter van de afspraak die klant met Friesland Bank maakte: “De Commissie merkt op dat het aanbod van de Bank van 4 juni 2009 in beginsel onvoldoende bepaalbaar is en Consument hierdoor oneindig de mogelijkheid zou worden geboden zijn financiering boetevrij af te lossen. Onder verwijzing naar het in artikel 6:227 BW bepaalde, oordeelt de Commissie dat Consument eenmalig de mogelijkheid krijgt zijn lening boetevrij intern over te sluiten.”
De klant krijgt daarvoor uiterlijk tot 1 januari 2022 de tijd.

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.