De klant heeft medio 2010 een verzekering afgesloten bij BNP Paribas. In het september 2018 informeerde de verzekeraar dat het niet was gelukt om de premies in juli en augustus via automatische incasso af te schrijven. Ook later mislukten de incasso’s om onduidelijke redenen.
In november stuurde de verzekeraar de klant een brief dat wanneer de premie niet binnen 30 dagen zou zijn voldaan dat de verzekering wordt stopgezet. In december gebeurde dat daadwerkelijk en is de verzekering per 21 september 2018 beëindigd.

BNP weigert herstel verzekering

Op het schrijven dat de klant in december kreeg, heeft zij snel gereageerd. Echter was de verzekering al beëindigd en bovendien bleek de verzekeraar niet voornemens om die te herstellen.
De klant stapte daarop naar Kifid, waar ze onder meer aanvoerde aanmaningen niet te hebben ontvangen, waardoor zij niet op de hoogte was de betalingsachterstand. Dat de incasso’s niet waren gelukt, lag volgens haar ook buiten haar schuld.

Klant wilde problemen oplossen

Wanneer ze op de hoogte was geweest van de betalingsachterstand, zou ze de verschuldigde premies direct hebben overgemaakt, zoals ze eerder ook wel had gedaan. Ze wilde de problemen graag oplossen, onder meer door de premie voortaan van een andere rekening af te laten schrijven.

De verzekeraar vond dat hij al heel coulant was geweest; de verzekering was eigenlijk al in augustus beëindigd in verband met wanbetaling, maar was hersteld omdat de consument onder meer had aangegeven dat ze contact met haar bank had opgenomen om uit te zoeken wat er mis was gegaan met de afschrijvingen.
In de optiek van BNP had de vrouw in de maanden erna moeten controleren of de incassoproblemen verholpen waren. Ook vond de verzekeraar het ongeloofwaardig dat de klant maar liefst twee aanmaningen niet heeft gekregen.

Ontvangst brief niet aangetoond

Desalniettemin staat de verzekeraar niet in zijn recht om de verzekering te beëindigen, vindt de geschillencommissie. In de voorwaarden is namelijk opgenomen dat de verzekering beëindigd kan worden wanneer de premiebetaling uitblijft nadat “vruchteloos is aangemaand tot betaling binnen een termijn van 14 dagen, aanvangende de dag na de aanmaning”. De verzekeraar kan echter niet kan aantonen dat de vrouw de aanmaningen heeft ontvangen.

Consument moet premie betalen

De commissie vindt daarom dat niet vaststaat dat de consument is aangemaand en dat bovendien niet kan worden aangenomen dat hij de vrouw heeft gewezen op het risico van de beëindiging van de verzekering. “Verzekeraar is gehouden om de verzekering te herstellen. Consument dient op haar beurt te voldoen aan haar premiebetalingsverplichting”, aldus dus het niet-bindende advies van de commissie.