Vlak na het tweede gesprek met de adviseur nam de moeder van de zzp’er via Whatsapp contact op om te vragen met welk tarief ze eigenlijk rekening moesten houden. Volgens de adviseur zou het nooit meer worden dan 4.500 euro; lager als hij er uiteindelijk minder tijd aan kwijt was. De volledige factuur zou pas komen in het voorjaar van 2022. Het traject kon niet eerder worden afgerond, omdat de zzp’er pas tegen die tijd van 2,5 jaar cijfers kon overleggen.
Een tegenbod
Als de klant besluit om zich toch elders van advies te laten voorzien, stuurt de adviseur zijn annuleringsnota. De zzp’er en zijn moeder reageren onaangenaam verrast. Op de gespecificeerde nota staan volgens de klant allerlei zaken waar nooit opdracht voor gegeven is. Omdat het tweede gesprek ongeveer 1,5 uur duurde, doet de klant een tegenbod van 150 euro. Zou de adviseur daar niet mee akkoord gaan, dan dreigt de klant de zaak voor Kifid te brengen.
De adviseur reageert door te stellen dat een gang naar het klachteninstituut zinloos is, omdat er geen ‘Kifid-plichtige werkzaamheden’ zijn verricht. De verstrekte opdracht betrof volgens hem een aankoopbegeleiding. Hoewel op zijn annuleringsnota onder meer 'begeleiding en advies ORV en AO' vermeld staat, is er in zijn ogen geen financiële dienst geleverd.
Weinig begeleiding tijdens aankoop
Bij Kifid voerde de klant aan dat van aankoopbegeleiding amper sprake was. De adviseur zou slechts eenmaal de telefoon hebben opgenomen om een bod uit te brengen op een huis. Daarna is er uitsluitend rechtstreeks contact geweest tussen de klant en de verkoper.
Geen weerwoord
De geschillencommissie constateert dat er een opdracht is gegeven voor een financieringstraject. Daarmee zou echter pas aangevangen worden in de tweede helft van 2021. De stelling van de adviseur dat er voor die tijd nog geen financiële dienst is geleverd, werd ter zitting door de klant niet weersproken.
Omdat Kifid enkel bevoegd is om te oordelen over klachten omtrent financiële diensten en de diensten van een aankoopmakelaar daar niet onder vallen, komt de commissie niet tot een oordeel. De vraag of de hypotheekadviseur gehandeld heeft zonder expliciete opdracht van de klant en of hij zijn factuur dient te matigen, blijft dus onbeantwoord. Beide partijen kozen voor een bindend advies.