Kifid: 'Er mag geen twijfel bestaan of onderdeel onderwerp van gesprek is geweest'

Een financieel advieskantoor uit Gouda heeft haar klant er te weinig expliciet op gewezen dat bij het overlijden van haar voormalige partner zij niet als begunstigde zou worden aangemerkt voor het verzekerde kapitaal.

Dat blijkt uit een tussentijdse uitspraak van de geschillencommissie van Kifid. De commissie is in het document hard tegenover de financieel adviseur. “Onvoldoende is vast komen te staan dat de consument er expliciet op is gewezen dat zij weliswaar een hypothecaire geldlening is aangegaan, maar bij het overlijden van haar voormalige partner niet als begunstigde zou worden aangemerkt voor het verzekerde kapitaal. Naar het oordeel van de commissie mag geen twijfel bestaan of een dergelijk essentieel element onderwerp van gesprek is geweest tussen consument en adviseur.”

Niet van het tegendeel overtuigd

Volgens Kifid is nagelaten om dit schriftelijk vast te leggen. “Ook de adviseur kon tijdens de hoorzitting de commissie niet van het tegendeel  overtuigen. Hij is toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichtingen jegens consument en in beginsel gehouden de dientengevolge door haar geleden schade te vergoeden.” Kifid stelt de partijen nog in de gelegenheid om zich uit te spreken over de hoogte van deze schade.

De klant stelt de adviseur aansprakelijk omdat zij niet als begunstigde op de polis is opgenomen”

Niet gehuwd en geen samenlevingsovereenkomst

De klant kocht samen met haar voormalig partner op 18 juli 2013 een huis  voor een bedrag van 205.000 euro. Deze woning werd op 1 oktober 2013 aan hen geleverd en vervolgens verbouwd. De klant en haar voormalige partner waren niet gehuwd of in een geregistreerd partnerschap verbonden. Ook hadden zij geen samenlevingsovereenkomst of een testament ten gunste van elkaar opgemaakt. Voor de aankoop van de woning zocht de voormalige partner in augustus 2013 contact met adviseur. Gesproken is over de financiering en de daarbij behorende levensverzekering.

Standaardbegunstiging

Door tussenkomst van het financieel advieskantoor kwam daarna een overeenkomst met de klant  en haar partner van een hypothecaire lening, een verstrekking van een hypotheek en een overlijdensrisicoverzekering tot stand. In dat laatste document stond het volgende: “De persoon aan wie wij de uitkering van deze verzekering moeten uitbetalen, noemen wij de begunstigde. De begunstigde van uw verzekering kunt u zelf kiezen. Als u niets kiest, houden wij onderstaande volgorde aan. Wij noemen dit de standaardbegunstiging. A uzelf, B uw nabestaande partner en C uw erfgenamen.”

Voormalige partner overleed

In de maand maart 2015 verbraken de klant en haar partner hun relatie. Op 5 december 2015 overleed de voormalige partner. Uit de overlijdens- risicoverzekering kwam een bedrag van 104.427 euro vrij. Dat werd  door verzekeraar in het kader van de verpanding aan de bank overgemaakt aan de erfgenamen van de voormalige partner. Dat voor de aflossing van de hypothecaire geldlening. Een van de erfgenamen betrok vervolgens de woning.

Onredelijke uitkomst

De klant vorderde bij de rechtbank de onredelijke uitkomst van het ontbreken van de begunstiging op de verzekeringspolis. Dat moest gecorrigeerd worden op grond van redelijkheid en billijkheid. De erfgenamen en de consument kwamen een schikking overeen. Maar de klant stelde de adviseur aansprakelijk voor het feit dat zij niet als begunstigde op de polis was opgenomen. Partijen bleven na een uitvoerige discussie van mening verschillen, waarna de klant zich tot het Kifid wendde.

Summier dossier

De geschillencommissie stelt vast dat de adviseur slechts een summier dossier heeft vervaardigd. Daarin bevindt zich onder andere een ‘Verklaring Geen Advies t.b.v. Hypotheek: Execution Only’. Kifid: “Deze is echter alleen door de voormalige partner ondertekend, terwijl niet ter discussie staat dat Consument en haar voormalige partner een hypothecaire geldlening zijn aangegaan voor een bedrag van 205.000 euro.”

Geen gespreksnotities

In het dossier bevinden zich verder geen gespreksnotities, zodat het volgens de geschillencommissie niet duidelijk is op welke manier de adviseur met beiden, en in het bijzonder met de vrouw, de inhoud en strekking van de overlijdensrisicoverzekering heeft besproken. “Hiermee is onvoldoende vast komen te staan dat de consument er expliciet op is gewezen dat zij weliswaar een hypothecaire geldlening is aangegaan, maar bij het overlijden van haar voormalige partner niet als begunstigde zou worden aangemerkt voor het uit hoofde van de overlijdensrisicoverzekering uit te keren kapitaal.”

Ronald Bruins

Ronald Bruins

is redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.