De consument sluit medio 2014 een vermogensbeheerovereenkomst. Op het intakeformulier van Post meldt de belegger onder meer dat hij AOW ontvangt, dat hij weinig risico wil lopen en een waardedaling van 10% van het belegd vermogen acceptabel vindt. Hij geeft aan dat het beleggingsdoel vermogensgroei is. Op grond van het formulier zou een voorzichtig risicoprofiel passend zijn geweest. De man kiest echter zelf voor een beleggingsbeleid met een neutraal beleggingsprofiel.
Koersval
De vermogensbeheerder neemt dat als uitgangspunt. Post beheert € 580.000 voor de consument. Aan het eind van 2014 is de portefeuille 9,24% in waarde gedaald. Er vindt dan een gesprek plaats waarin de man aangeeft zich zorgen te maken omdat hij het geld nodig heeft voor zijn pensioen. Post doet vervolgens een nieuw beleggingsvoorstel met een defensief risicoprofiel. De man slaat dat af. Als door een koersval in augustus 2015 de portefeuille opnieuw verliezen moet verwerken, beëindigt de man de relatie met Post. De liquidatie van het belegde vermogen levert ruim € 442.000 op.
Neutraal profiel afgesproken
De man eist daarop meer dan € 157.000, het verschil tussen de waarde die het vermogen zou hebben gehad bij een niet aan grote koersrisico’s blootgesteld beheer (ruim zes ton) en de eindwaarde van de portefeuille na liquidatie. Post verweert zich dat het niets wist van de pensioendoelstelling. De vermogensbeheerder stelt dat een neutraal risicoprofiel is afgesproken en dat zelfs defensiever is belegd.
Tegenstrijdige informatie
De Geschillencommissie steunde dat standpunt begin 2017, maar de Commissie van Beroep zet daar nu een streep door. Bij tegenstrijdige informatie mag een vermogensbeheerder niet zomaar vertrouwen op de afwijkende keuze van het beleggingsprofiel door de belegger zelf.
Beschermen tegen neerwaarts risico
Volgens de Commissie van Beroep wist Post van het pensioendoel van de belegger, in ieder geval na het gesprek eind 2014. Dat daar geen rekening mee is gehouden in het risicoprofiel betekent een schending van de zorgplicht, aldus de beroepscommissie. “Het door Vermogensbeheerder gevoerde beheer is in de praktijk ook te risicovol geweest. De portefeuille is immers in een relatief korte beheerperiode van anderhalf jaar tijd significant, nl. met ongeveer 22%, in waarde gedaald. Vermogensbeheerder had de portefeuille van Belanghebbende dienen te beschermen tegen een dergelijk groot neerwaarts risico.”
Ervaren belegger
De Commissie van Beroep raamt de schade op ruim € 69.000. Die bestaat uit het verschil tussen inleg en eindwaarde met aftrek van 10% van de inleg, omdat de belegger had aangegeven een 10% waardedaling acceptabel te vinden. Post moet de helft van die schade aan consument vergoeden, bijna € 35.000. De man moet zelf de rest van de schade dragen. Hij was een ervaren belegger en hij heeft met zijn antwoorden op het intakeformulier zelf bijgedragen aan de tegenstrijdige informatie over vermogensdoel en risicobereidheid, aldus de Commissie van Beroep.