Kifid mag 'vreemde en onaangename' werknemer niet zomaar ontslaan

De Rechtbank in Den Haag heeft geoordeeld dat Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (Kifid) een werknemer die zich volgens het instituut 'vreemd en onaangenaam' gedroeg, niet zomaar mag ontslaan.

Dat mag opmerkelijk genoemd worden, want het klachteninstituut behandelt zelf diverse juridische geschillen. In deze zaak had de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomst tussen partijen te ontbinden. De werknemer schreef daarop een verweerschrift en een tegenverzoek.

Ontbinden op grond van disfunctioneren

Onlangs vond de mondelinge behandeling plaats. De werknemer op 1 januari 2009 in dienst bij Kifid. De laatste functie die de werknemer vervulde, is die van medewerker Service & Informatie/Intake, met een salaris van 2.710,90 euro, exclusief emolumenten. Kifid wil de arbeidsovereenkomst met de werknemer ontbinden op grond van disfunctioneren en een verstoorde arbeidsverhouding. In de uitspraak van de rechtbank is het hele relaas te vinden over het disfunctioneren.

Ondermijnend gedrag

Kifid vindt dat de werknemer ondermijnend gedrag vertoont bij initiatieven tot procesoptimalisatie. Het instituut schrijft: “Ook klaagt de werknemer over van alles en nog wat en ventileert dat bij collega’s, maar niet bij zijn leidinggevende. Voorts heeft de werknemer een manier van communiceren die door zijn leidinggevende en collega’s als onprettig en soms zelfs intimiderend wordt ervaren. De werknemer kan heel gewone dingen zeggen met een ondertoon en een merkwaardige blik en lichaamshouding, waardoor het een enorme lading krijgt. De werknemer zoekt de oorzaak van de dingen die zijn gebeurd altijd buiten zichzelf of ziet de problemen niet. Hij lijkt niet in te zien hoe bang mensen voor hem zijn.”

Duurzaam verstoorde arbeidsverhouding

Gelet hierop is er volgens Kifid sprake van disfunctioneren door de werknemer. Het instituut vervolgt: “Daarnaast is er sprake van een duurzaam verstoorde arbeidsverhouding.  Werknemer heeft het functioneren van zijn leidinggevende ter discussie gesteld, kennelijk in een poging om de aandacht af te leiden van de kritiek op hem. Daarnaast heeft hij door zijn gedrag inmiddels zoveel collega’s tegen zich in het harnas gejaagd dat de ontspoorde verhoudingen niet kunnen worden hersteld.” Het voorgaande maakt volgens Kifid dat ook de combinatie van bovengenoemde omstandigheden en redelijke grond van ontslag vormt.

Verzoek afwijzen

De werknemer verweert zich tegen het verzoek en stelt dat de verzochte ontbinding moet worden afgewezen. Verder verzoekt hij de rechtbank verzocht Kifid te veroordelen tot het weer aanstellen van de werknemer op straffe van een dwangsom. Hij zegt dat hij tot en met 2018 altijd goede beoordelingen heeft ontvangen. “De verandering in de feedback is gekomen nadat de leidinggevende is gekomen.” Hij voert ook aan dat hij binnen het team wordt gezien als een gezellige collega. De ergernis over bestaat alleen bij zijn leidinggevende en een enkele collega. “Er is geen sprake van disfunctioneren”, schrijft hij.

Geen actieve rol bij verbetertraject

Voor zover daarvan wel sprake zou zijn, is er volgens hem geen adequaat verbetertraject ingezet. “Er zijn standaard bila-gesprekken gevoerd.” Kifid had hem duidelijk moeten wijzen op zijn verbeterpunten en hem moeten begeleiden in het verbetertraject, stelt de werknemer. En Kifid had professionele begeleiding moeten inzetten. “Het is onbegrijpelijk dat de gesprekken in het kader van het verbetertraject hebben plaatsgevonden met de leidinggevende, die de werknemer als onaangenaam en vreemd heeft omschreven. “Ze had geen actieve rol bij het verbetertraject en vond het verbetertraject vervelend. De werknemer heeft geen feedback gekregen en is niet gecoacht. Er is verder geen sprake van een duurzaam verstoorde arbeidsrelatie.”

Onvoldoende inspanningen

De enige persoon die een conflict lijkt te ervaren is de leidinggevende, stelt de werknemer. “Er zijn onvoldoende inspanningen verricht door Kifid om de verhouding te normaliseren. De werknemer wil nog steeds komen tot herstel van de verhouding door middel van mediation, coaching of bemiddeling. Verder heeft Kifid de cumulatiegrond voor ontslag niet voldoende onderbouwd. Kifid heeft evenmin inhoudelijk onderbouwd dat de werknemer niet kan worden herplaatst. De werknemer verzoekt Kifid te veroordelen tot wedertewerkstelling van de werknemer binnen vijf dagen na de beschikking, op straffe van een dwangsom van 100 euro per dag dat Kifid. Ook verzoekt de werknemer om, als de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden, toekenning van een transitievergoeding van 13.014,18 euro (bruto)  en een vergoeding van 15.000 euro. Als wordt ontbonden op de cumulatiegrond wil de werknemer  een aanvullende vergoeding van 50 procent van de transitievergoeding. Tot zover het relaas van de medewerker.

Geen redelijke grond voor ontbinding

Dan de uitspraak van de kantonrechter in Den Haag. Volgens de rechter leveren de door Kifid in dat verband naar voren gebrachte feiten en omstandigheden geen redelijke grond voor ontbinding op. “De werknemer wordt verweten dat hij op een negatieve en niet-constructieve manier communiceert op de werkvloer. Naar het oordeel van de kantonrechter is dit pas op 3 oktober 2019 een serieus verbeterpunt geworden en als zodanig kenbaar gemaakt in de brief van 4 oktober 2019. Hoewel daaraan voorafgaand – ook voordat de leidinggevende leidinggevende was van de werknemer – in beoordelingen van opmerkingen waren in negatieve zin over de communicatieve vaardigheden van de werknemer, was er niet eerder sprake van een officiële waarschuwing of een verbetertraject.”

Kifid had met plan moeten komen

Het lag volgens de rechtbank op de weg van Kifid om met een concreet plan en tijdspad te komen om de werknemer te helpen om zijn wijze van communiceren te verbeteren. “Kifid heeft onvoldoende invulling gegeven aan het verbetertraject en te snel de conclusie getrokken dat de situatie niet meer zal verbeteren en de arbeidsverhouding ernstig en duurzaam is verstoord. Inmiddels is weliswaar wrijving in de samenwerking ontstaan tussen de werknemer en, in het bijzonder, zijn leidinggevende, maar van een ernstig en duurzaam verstoorde arbeidsverhouding die een ontbinding van de arbeidsovereenkomst  rechtvaardigt, is naar het oordeel van de kantonrechter (nog) geen sprake.” Naast het ontbreken van een redelijke grond, heeft Kifid ook de mogelijkheden van herplaatsing van de werknemer in een andere passende functie niet voldoende overtuigend onderzocht.

Binnen vijf dagen weer aan het werk

De rechter wijst het verzoek van Kifid af en veroordeelt Kifid tot betaling van de proceskosten, die de kantonrechter aan de kant de werknemer vaststelt op 480 euro. Kifid wordt ook veroordeeld om de werknemer binnen vijf dagen na de beschikking toe te laten tot zijn werkzaamheden met bijbehorende taken en bevoegdheden. Dat op straffe van een dwangsom van 100 euro voor elke dag dat Kifid in gebreke blijft met het voorgaande in gebreke is. Op dit specifieke punt draagt iedere partij zijn eigen proceskosten, staat in de uitspraak van de rechter.

Ronald Bruins

Ronald Bruins

is redacteur AM

Onderwerpen beheren

Mijn artikeloverzicht kan alleen gebruikt worden als je bent ingelogd.