Godrie werd bekend bij het grote publiek als coach van amateurschilders in het tv-programma ‘Project Rembrandt’. Hij studeerde schilderkunst aan de kunstacademie, jazzmuziek aan het conservatorium en hij volgde een universitaire opleiding economische geschiedenis. Een combinatie die leidt tot opvallende inzichten. Nieuwe ideeën over het laten ontstaan van innovatie, gebaseerd op oude principes.
Grieks uitgangspunt
“De manier waarop wij tegenwoordig naar creativiteit kijken, is bepaald in de 19e eeuw”, vertelt Godrie. “Namelijk dat creatief zijn een eigenschap is van mensen. Je bent het, of je bent het niet. Maar dat is slechts één manier om creativiteit te bezien. Vóór de 19e eeuw waren er vele andere benaderingen”, zegt Godrie.
“Je kunt ook een Grieks uitgangspunt nemen van creativiteit en dat op onze tijd leggen. Dan zie je dat creativiteit geen eigenschap is, maar een houding. Een manier waarop je je kunt openstellen voor ideeën.” Volgens Godrie zouden bedrijven er goed aan doen om die instelling te adopteren. “Dat zou interessant voor ze zijn, want dan betekent dat niet meer dat 5 procent van de werknemers creatief ís - namelijk alleen de innovatie-afdeling - maar dat die andere 95 procent ook mee kan doen in het creatieve proces.”
Verzekeraars zijn vaak grote organisaties, een houding veranderen is niet eenvoudig.
“Dat is niet makkelijk. De allereerste stap is de grootste: erop vertrouwen dat het anders kan. Er moet een verandering komen in denkwijze. Openstellen voor een andere manier van werken, dan kan het.
Verzekeraars hebben sowieso een interessante positie ten opzichte van innovatie en risico. Iets nieuws doen, daar hoort altijd een onzekere component bij. Je weet nog niet wat het je gaat opleveren. Hoe meer er wordt verzekerd in een maatschappij, hoe minder risico er gelopen wordt.”
Voor de bancaire sector maakte je eens een vergelijking met Florence in de vijftiende eeuw. Valt zo’n analogie ook te maken voor verzekeraars?
“Zeker. Een groot aantal innovaties die voor ons normaal zijn in ons economisch systeem, zijn in die tijd opgekomen. Hoe kan het dat juist zij begonnen met innoveren? Vanuit China en de Arabische wereld kwamen er allerlei mensen naar de handelsstad Florence. Met hen kwamen de innovaties. Door die te vertrouwen en te durven gebruiken, kwamen de Florentijnen zelf ook tot nieuwe ideeën.
Het ontstaan van het bankwezen en in het verlengde daarvan de verzekeraars, was alleen maar mogelijk omdat mensen nieuwe, Arabische wiskunde gingen gebruiken. En die voor het eerst te koppelen aan papier als informatiedrager. Dat was een IT-revolutie. Die combinatie maakte het mogelijk om heel complexe producten te ontwikkelen. Leningen aangaan, investeringen doen, kredietbrieven maken. Die enorme innovatie is te herleiden op vertrouwen in het vreemde.”
Welke les kun je daar als innovatiemanager uit halen?
“Ik denk dat de kans op innovatie veel groter is als een innovatiemanager precies weet welke hobby’s en interesses zijn werknemers hebben, en hen stimuleert die kennis ook te delen, dan wanneer hij continu in zijn eigen cirkel van innovatiemanagers blijft.
Je moet je openstellen voor het vreemde om je heen. Daarom is diversiteit ook zo belangrijk. Dan bedoel ik niet alleen man-vrouw of een verschillende afkomst, maar ook andere interesses. Die rijkdom leidt tot nieuwe ideeën. Je weet nooit uit welke hoek een innovatie komt. ”
Was de creativiteit van Rembrandt een eigenschap of een houding?
“Hij had natuurlijk een uitzonderlijk talent, zonder twijfel. Maar het is wel opvallend dat er tussen 1600 en 1670 honderden zeer getalenteerde creatieve schilders zijn en in de eeuw daarna niet. Dat heeft toch te maken met een bepaalde houding of sfeer in 17e eeuw die dat mogelijk maakte. Zo verzamelde Rembrandt boekenkasten vol nieuwe inzichten en ideeën om zo tot zijn schilderijen te komen. Zonder deze interesse in het vreemde waren die meesterwerken nooit mogelijk geweest.”
Heeft dat niet te maken met economische voorspoed?
“Zeker. Er moet ook geld zijn voor creatieve ideeën, want er moet geïnvesteerd worden. Maar in Spanje was er in de 17e eeuw meer geld beschikbaar. En toch kennen we meer Hollandse schilders uit die tijd dan Spaanse. Er is dus ook iets anders aan de hand. Het unieke van de Republiek in de 17e eeuw is dat er een enorme aantrekkingskracht was van buiten. Een grote houding van openheid en interesse in het vreemde. Er ontstaat een soort kruisbestuiving."
Zouden verzekeraars een legertje kunstenaars in dienst moeten nemen?
“Nou, ik zou zeggen neem één kunstenaar in dienst, maar ook een botanicus, een topsporter, een loodgieter. Je moet niet op één ding inzetten, maar juist op de veelheid. Ik denk niet dat een kunstenaar je dichterbij innovatie brengt dan een bioloog.
Er zijn ook al organisaties die het doen. Pixar is een prachtig voorbeeld. Die verplichten iedereen in hun organisatie om mee te doen aan het creatieve proces. Dan zit de schoonmaker naast de manager of een vormgever. Dat doen ze bewust omdat er dan allerlei verschillende mensen met elkaar een relatie aangaan. Zo ontstaan er ideeën. Dan neem je het heel serieus. Geen wonder dat ze het ene na het andere meesterwerk afleveren.”
am:innosurance: Van buiten naar binnen
Disruptie komt bijna altijd van buiten. Daarom gaan we tijdens am:innosurance 2019 op dinsdag 17 september in De Fabrique in Utrecht niet navelstaren. We willen leren van andere branches. We kijken bijvoorbeeld naar nieuwe partijen die zich mengen in de verzekeringswereld. Expertise van grote retailbedrijven halen we naar binnen en we signaleren nieuwe technologische ontwikkelingen. Het volledige programma en alle sprekers vind je hier.