Een vrouw heeft bij Reaal twee overlijdensrisicoverzekeringen lopen: eentje ingegaan in 2003 en een polis ingegaan in 2009. De eerste polis is verpand aan de hypotheekverstrekker van de klant. Assurantie Service Nederland (ASN) heeft bemiddeld bij de totstandkoming van de polissen; in 2011 neemt Lamond uit Zeewolde de assurantieportefeuille van ASN over.
ASN blijkt in 2009 bij Reaal het verzoek te hebben neergelegd de oudste ORV te beëindigen. Daarvoor is toestemming nodig van pandhouder CombiVoordeel Hypotheken (ABN Amro), laat Reaal weten. Daarop volgt verder geen actie. In 2014 verkoopt de klant haar woning en wordt de hypotheek afgelost. Beide risicopolissen lopen echter door tot eind 2015, als de klant stopt met premie betalen. Daarna is de eerste polis per 1 december 2015 premievrij gemaakt en de tweede polis per die datum beëindigd.
Zelf moeten regelen
De klant eist voor de geschillencommissie dat de ten onrechte betaalde risicopremies worden terugbetaald. Tussenpersoon ASN heeft ten tijde van de woningverkoop namelijk nooit over de twee verzekeringen gesproken. In 2015 heeft zij zelf moeten regelen dat de verzekeringen werden beëindigd en premievrij gemaakt.
Lamond stelt dat de zorgplicht niet vereist dat de overlijdensrisicopolissen zouden worden beëindigd. De hypotheekverstrekker moet de verzekeraar berichten o9m de verpanding te laten vervallen, stelt het bedrijf. De klant heeft daarna niet expliciet om beëindiging gevraagd. Dat gebeurde pas in 2015. "Het is juist gebruikelijk om deze verzekeringen voort te zetten bij de aankoop van een andere woning. Tussenpersoon kan er dus niet automatisch toe overgaan de overlijdensrisicoverzekering te beëindigen", beargumenteert Lamond.
Deels eigen schuld
Kifid oordeelt dat ASN is tekortgeschoten in de zorgplicht door na het bericht van Reaal geen contact op te nemen met de geldverstrekker. Lamond had bovendien in 2014, bij de verkoop van de woning, de twee polissen moeten bespreken. "Tussenpersoon had de nieuwe (financiële) situatie met consument moeten bespreken om te bezien of de assurantieportefeuille van consument moest worden aangepast."
Lamond moet de te veel betaalde premie vergoeden, maar de klant treft deels ook schuld: zij had eerder kunnen ontdekken dat zij al enige tijd betaalde voor twee overlijdensrisicopolissen. De geschillencommissie bepaalt bij niet-bindend advies het te vergoeden bedrag op € 1.500.